Het weer opgesteld op zondag 24 november 2013, 16.00 uur
Foto van de dag: Zondag veel bewolking en buitjes en weinig zon, heel groot contrast met gisteren toen de Sint en Piet onder stralende condities Zuidhorn bezochten, Zuidhorn, 23 november 2013.
De zondag tapte uit een heel ander vaatje dan de zaterdag, toen droog en veel zon, nu veel bewolking, wat zon, slechts 0.5 uur en maximum van 8.1 C. Er viel overdag 0.8 mm , afgelopen 24 uur 1.2 mm erbij. De teller voor november staat tot zondag op 79.6 mm. De wind was noordedlijk, matig en soms vrij krachtig dus een beetje guur was het wel. De barometer staat met 1024.9 Hpa best hoog maar dat is geen garantie voor mooi weer, vooral als de ligging zoals nu vrij ongunstig is. Een hogedrukgebied met de kern ten n/westen van ons land geeft een noordelijke stroming over zee met wolkenvelden, soms wat zon maar ook buitjes. En dit houden we ook nog even zo. Een hogedruk gebied ten oosten van ons geeft drogere en koudere lucht maar zo ver is het nog niet !
Komende nacht bewolking en minimum ongeveer 4 graden, bij opklaringen enkele graden lager hoewel de kans daarop niet groot is. Er kan mogelijk een enkele bui voorkomen.
Maandag is het half tot zwaar bewolkt met af en toe een bui. De middagtemperatuur overdag ongeveer 8 graden. De wind is noord tot noordwest, boven land matig tot vrij krachtig.
De verdere verwachtingen zijn :
Veel bewolking met temperaturen tussen 7 en 9 graden niet al te veel zon, dagelijks kans op enige regen of motregen en later in de week minder koud in de nachten. De eerste nachten 1 tot 3 graden en mogelijk vorst aan de grond, einde van de week grotere kans op serieuze neerslag.
Weerweetjes......weerspreuken eind november !
Is er met St. Martijn nog loof aan de bomen, dan mag men van een strenge winter dromen.
St. Elisabeth (19e november) doet ons verstaan, hoe de winter zal vergaan.
De dag aan St. Cecilia (22e november) gewijd, is de maatstaf voor de wintertijd.
Wintert het op St. Klemens fel, dan wordt de lente klaar en fel.
Vriest het op St. Katrien( 25e november ), dan vriest het nog 6 weken nadien.
Weerweetjes: de barometer !
De meeste barometers, instrumenten waarmee de luchtdruk wordt gemeten, hebben aanduidingen als mooi, bestendig, veranderlijk, regen en storm. Het weer kan echter heel anders zijn dan de barometer aanwijst. Die vermeldingen dateren uit vorige eeuwen, toen er nog weinig bekend was over het verband tussen het weer en de luchtdruk. Een hoge druk van 1030 of 1040 hectoPascal (hPa) betekent niet altijd zonnig weer.
Veel barometers hebben aanduidingen als mooi, bestendig, veranderlijk, regen en storm, die eeuwen geleden al zijn bedacht
Het kan dan ook mistig zijn of regenen. Meestal blijft de neerslag bij een hoge luchtdruk beperkt tot hooguit enkele millimeters, maar er zijn situaties voorgekomen dat er bij een luchtdruk van 1030 hPa uit een bui 10 tot 15 millimeter viel.
Omgekeerd kan het in een lagedrukgebied zonnig, droog en rustig zijn. Het hangt er vooral vanaf waar het centrum van het drukgebied ten opzichte van het land ligt. Afhankelijk daarvan kan ons land zich bevinden in vochtige lucht met bewolking of mist of in droge lucht met volop zon. De kracht van de wind wordt bepaald door de verschillen in druk. Als die verschillen over een grote afstand klein zijn waait het weinig en maakt het niet uit of de luchtdruk hoog of laag is.
Toch is de kans op neerslag bij een lage luchtdruk in het algemeen groter is dan bij hoge druk. Uit vergelijkingen van dagelijkse aflezingen van de barometer en het weer blijkt de kans op neerslag bij een lage luchtdruk van 990 hPa 80 procent te zijn. Dat betekent dat er in acht van de tien gevallen regen of sneeuw valt. Bij 1000 hPa is de neerslagkans 70 procent, bij 1010 hPa 40 procent bij 1020 hPa 20 procent en bij een hoge druk van 1030 hPa slechts 10 procent.
Snelle veranderingen van druk gaan meestal vergezeld van veel wind of zijn de voorbode van een storm. Als de stand van de barometer snel oploopt of daalt betekent dat meestal dat het weer gaat veranderen. Uit onderzoek naar het verband tussen de barometerstand en het weer blijkt dat in 80 procent van de gevallen een stijgende luchtdruk leidt tot een weersverbetering en een dalende luchtdruk tot slechter weer.
In de weerrapporten is de luchtdruk herleid naar zeeniveau. De barometer kan het best worden ingesteld op de luchtdruk van het weerstation dat het dichtst in de buurt ligt. Kwikbarometers, zoals de contrabarometer van Huygens zijn niet af te regelen. De stand die dit type barometers aangeeft is vooral afhankelijk van de hoogte van de woonplaats en zal iets afwijken van de luchtdruk in de weerrapporten.
De luchtdrukafname met de hoogte is gemiddeld 1 hPa per 8 meter. Op 40 meter hoogte wijst de Huygens-barometer dus 5 hPa lager dan op zeeniveau.
zonnige groet,
Gerard Kiewiet