Het weer opgesteld op 17 november 2013, 18.00 uur
Op de foto: Vandaag grijs en bewolkt en lichte en soms matige motregen, D'Olle Grieze in de stad Groningen, 17 november 2013
Zondag een bewolkte en soms natte dag. In de ochtend lichte en soms matige motregen wat nog 0.7 mm aan neerslag opleverde. De wind was zwak en maximum van 10.2 C.
In de avond en nacht laaghangende bewolking en minimum van 6 graden.
Maandag ook bewolkt en soms wat motregen bij een maximum van 8 graden. Dinsdag ook geen droge dag en een naar noord draaiende wind brengt ons in kouder lucht. Vanaf woensdag af en toe wat winterse (smeltende sneeuw of hagel ) en een NO wind, overdag 4 tot 6 graden en in de nachten lichte vorst maar geen echt winterweer, een "winters tintje " of winters speldenprikje, het is maar hoe je het noemen wilt.Weerweetjes..........de eerste gladheid + autoruitenkrabben, hoe zit dat ?
Eerste lokale gladheid van het seizoen
Zondagavond valt de wind in het binnenland weg . Tijdens de daarop volgende nacht is het helder en koelt het fors af. Vooral in het oosten en zuidoosten van het land vriest het in de vroege maandagochtend vervolgens licht, voor de eerste keer dit seizoen. Op nog veel meer plaatsen komt het tot vorst aan de grond en zullen de krabbers voor de autoruiten tevoorschijn worden gehaald. Verder komt het in het binnenland op enkele stalen en houten bruggen tot de eerste lokale gladheid van het seizoen. Dat is overigens vrij laat. Vorig jaar konden de eerste strooiwagens ruim twee weken eerder de weg op.
Eerste gladheid vaak verraderlijk
De eerste gladheid van het seizoen is vaak verraderlijk. Op de gewone wegen is er niets aan de hand en de argeloze automobilist verliest op de brug opeens de grip op de weg. De gladheid op de brug is nauwelijks te zien, omdat er een dun ijslaagje op het asfalt ligt. Het verschil tussen een nat wegdek en een ijslaagje is moeilijk te zien, zeker bij een laagstaande zon. Gladheid treedt in het najaar vrijwel altijd het eerst op bij bruggen. Dit heeft alles te maken met de dikte van het asfaltlaagje op een stalen of houten brug. Op een brug is de laag slechts enkele centimeters dik en kan het asfalt snel afkoelen. Op gewone snelwegen is de laag vele malen dikker en dat reageert trager bij het afkoelen in het najaar. Ook speelt de nog warme ondergrond een grote rol. In het voorjaar zal deze dikke laag ook trager opwarmen en is de ondergrond nog koud; dan zijn de gewone wegen langer koud dan de bruggen.
Fietspaden
Niet alleen bruggen hebben dun asfalt, ook fietspaden hebben een dun laagje. Fietspaden kunnen daarom gemakkelijk 1 à 2 graden kouder worden dan de weg ernaast. Ze reageren bij koud weer hetzelfde als viaducten. Op- en afritten slijten minder, deze worden minder vaak vervangen. Op- en afritten van de snelweg hebben daarom vaak een minder dikke asfaltlaag en worden dus sneller glad.
Een gewaarschuwd mens telt voor twee, dus mocht u de autokrabber nodig hebben, wees dan beducht op gladheid op bruggen!
Weerweetjes……………….Autoruiten krabben, hoe zit dat eigenlijk ?
Vooral in de herfst en in de eerste helft van de winter is de lucht in Nederland vrij vochtig en komt de temperatuur ’s nachts geleidelijk lager te liggen. Om niet te laat op het werk of op andere afspraken te komen komt het in deze periode dan ook steeds vaker voor dat de wekker vijf minuutjes eerder gezet moet worden om voor vertrek eerst de autoruiten te krabben. Ook vannacht daalt de minimumtemperatuur op sommige plaatsten in het binnenland tot aan het vriespunt. De kans is dan ook groot dat erg vroege vogels morgen bij het krieken van de ochtend de autoruiten moeten krabben.
Tenzij een auto in een garage of onder een carport geparkeerd staat, is het een voorwerp dat erg snel afkoelt ten opzichte van zijn omgeving. Vooral onder een heldere hemel en bij niet al te veel wind kan de afkoeling snel gaan. Het krabben van autoruiten is met minimumtemperaturen onder nul en vochtige lucht dan ook vrij logisch te verklaren. Toch kan het ook zo zijn dat de ruiten bij nachtelijke temperaturen net boven het vriespunt toch ijsvrij gemaakt moeten worden.
Warmtestraling
Hoewel het aardoppervlak ’s nachts geen warmtestraling van de zon ontvangt, is het wel zo dat de aarde ’s nachts warmte uitstraalt. De bodem koelt in de nacht dus af. Hangt er een laag bewolking boven onze pet dan zal dit minder zijn, want de wolken werken als een soort dekentje en houden de uitgestraalde warmte tegen, waardoor afkoeling in meer of mindere mate wordt tegengegaan. Is er echter geen wolkje aan de lucht dan zal de afkoeling extra snel gaan. De warmte die de aarde uitstraalt wordt niet tegengehouden en verdwijnt als het ware.
Ook de wind speelt hierbij een rol. Als de aarde bij weinig bewolking afkoelt, koelt daarmee ook de lucht erboven af. Omdat koudere lucht zwaarder is dan warmere, handhaaft juist de koudere lucht zich bij weinig wind vlak boven het aardoppervlak. Is er sprake van meer wind, dan zal er menging met andere luchtlagen plaatsvinden en dat tempert de afkoeling.
Extra afkoeling auto
We hebben het nu kort over uitstraling gehad, bewolking of geen bewolking en wind. Al deze elementen hebben te maken met de afkoeling van de bodem, maar in feite ook met de afkoeling van de objecten die zich er boven bevinden. Een auto koelt bijvoorbeeld onder een heldere hemel snel af. Vaak zelfs sneller dan zijn omgeving.
Ook bij een auto is het namelijk zo dat deze onder een heldere hemel en met weinig wind veel warmte uitstraalt. De reden dat een auto sneller afkoelt dan de aarde zelf is dat de aarde ondanks de afkoeling nog wel met warmte uit de grond te maken heeft. De auto staat vrijwel los van de grond (op slechts een paar dunne rubberen banden) en profiteert dus niet van de warmte die uit de aarde komt. De afkoeling kan hierdoor zo snel gaan dat de temperatuur van de auto tot onder de luchttemperatuur daalt. Ditzelfde gebeurt ook bij grassprietjes en andere vaak dunne objecten die met een relatief klein deel van hun oppervlak contact maken met de aarde.
Bevriezing van ruiten
De meeste horizontale oppervlakten van de auto stralen het meeste uit en koelen dan ook het snelst af. Zo zal het dak van een auto als eerste bevriezen en zullen de voor- en achterruit snel volgen als de omstandigheden er naar zijn. Naast sterke afkoeling moet er bij bevriezing namelijk ook vocht voorhanden zijn. Nu is het zo dat de lucht in de herfst en bij aanvang van de winter over het algemeen vrij vochtig is en de temperaturen overdag en ’s nachts steeds verder omlaag gaan.
Twee soorten bevriezing
Er zijn echter twee soorten bevriezing. U kent vast wel de dunne ijslaag die je zelfs met je hand bijna van de ruit kunt schuiven, maar ook is er de minder fijne laag die je er amper af krijgt. Er moet dan behoorlijk gebikt worden met de autoruitenkrabber. Dit heeft alles te maken met het feit of de auto vochtig wordt voor de bevriezing of erna.
We moeten hierbij ook kijken naar de dauwpuntstemperatuur. Dit is de temperatuur waarop de lucht verzadigd raakt. Koelt de lucht verder af dan tot onder deze waarde treedt er condensatie op. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan mistvorming.
De eerste variant waarbij je de ijslaag gemakkelijk kan verwijderen treedt op als de dauwpuntstemperatuur onder het vriespunt ligt. Is bijvoorbeeld de luchttemperatuur 3 graden en het dauwpunt -1 en komt de temperatuur van het auto-oppervlak onder die dauwpuntstemperatuur (bijvoorbeeld het auto-oppervlak wordt -2 graden) dan krijg je rijpvorming op de auto. In de faseovergangen sla je als het ware de vloeibare fase over. Je gaat van gas meteen naar vast. Dat wil zeggen dat er ijskristallen op de auto neerslaan en die veeg je gemakkelijk van de auto.
De andere, minder leuke variant komt voor als de dauwpuntstemperatuur boven nul is. De auto koelt af tot onder het dauwpunt, maar nog niet tot onder nul. Er is sprake van condensatie en de auto wordt nat. Koelt daarna het auto-oppervlak nog verder af tot onder het vriespunt, dan vormt zich een gemeen laagje ijs op de auto die lastig te verwijderen is. Hier ga je dus van gas via vloeibaar naar vast.
Parkeert u uw auto echter onder een carport of in een garage is er niets aan de hand. Deze creëren namelijk een laagje stilstaande lucht en zoals u weet is dit een zeer goede isolator. Tevens wordt de uitstraling beperkt door de overkapping en dus ook de afkoeling. Hebt u geen garage of carport voorhanden, dan werkt een stuk karton op de voorruit ook prima.
Bron: Meteo Consult
zonnige groet,
Gerard Kiewiet