Op de Foto : Fraaie opklaringen in de middag van zaterdag 20 juni 2015 in Zuidhorn met fraaie "Hollandse wolkenluchten en koeien in de wei.
Weerspreuk: Het weer van op St. Jan (24 juni ), houdt dertig dagen (a)an.
Zon op: Maandag: 5.19 uur, onder : 22.04 uur. Maandag: zonkracht 5.3, matig !
Zaterdag was er bewolking ook af en toe zon en mogelijk een enkele bui. De minimum temperatuur was 7.8 C er er viel nog 0.4 mm aan neerslag, overdag rond de 16 a 17 graden en dat houdt wederom niet over. De noordwestelijke wind is tot matig. Ja, het is zeer en blijft voorlopig matig zomerweer en het kabbelt maar voort. En nu hoor je de weermannen niet over de warmere zomers die ons "beloofd" werden. Het jaar 2003 bijvoorbeeld was een warme droge en zomer, zo zouden er nog vele volgen maar niets is minder waar. Het aantal hittegoven is na die tijd niet echt gestegen. Vanaf 2003 hadden we ieder jaar een hitte golf, 2004, 2005 en 2006 had zelfs 2 hittegolven maar daar is het bij gebleven, De laatste hittegolf was in 2013 dus tussen 2006 en 2013 geen hittegolven in Nederland in De Bilt. Nu is juni niet de zomermaand bij uitstek dus juli en augustus kunnen nog wat goed maken of de zomer moesson komt deze maanden nog opgang, de droogte moet toch ook verdwijnen ?
Warmere zomers zijn niet altijd mooie zomers en kunnen ook behoorlijk nat uitpakken. Het weer is gewoon te grillig en hangt van zoveel factoren en toevalligheden af dat er geen peil op te trekken valt. En dat is maar goed ook ! We denken alles te kunnen regelen u en grip op te krijgen maar het weer gaat daar niet in mee !
De zondag een meest bewolkt en later op de dag kreeg het weer een zwoel karakter. Er vielen enkele buien, totaal 2.7 mm erbij, totaal deze maand 19.1 mm. Het werd 18.4 C. De zon scheen slechts mondjesmaat.
Vannacht is een enkele bui nog mogelijk. De temperatuur daalt naar een graad of 12 en de wind is zwak tot matig uit een zuidwestelijke richting.
Maandag overdag is het wisselend bewolkt maar ook geregeld buien. Hoeveel er hier komen is natuurlijk niet te zeggen en hoe zwaar ze uitpakken is ook altijd maar afwachten. De ene plek zal ongetwijfeld meer krijgen dan de andere maar alle neerslag is "welkom". Hierbij kan ook ook een klap onweer voorkomen. Met een middagtemperatuur van 16 a 17 graden is het vrij koel. De wind wordt matig tot (vrij) krachtig en in de loop van de dag uit westelijke richtingen. De natuur is er blij mee die regen maar voor de zomerliefhebbers is het nog even afzien.
Dinsdag ook nog kans op enkele buien en weinig verandering in temperatuur. De 2e helft van de week komt de 20 graden weer binnen handbereik, de regenkansen nemen af en er is zon maar ook wolkenvelden. Zou het dan toch nog zomer(s) worden?
De zonnewende:
Zondag 21 juni was het weer zo ver. Liefhebbers van de zon kunnen om 16.38 uur opgetogen zeggen dat de astronomische zomer begint.
Zwartkijkers daarentegen: vanaf nu zullen de nachten langer worden en gaan we weer richting de winter.
Hoe dan ook, even na half 5 bereikt de zon het meest noordelijke puntje van de aarde, die staat dan precies boven de Kreeftskeerkring, en vieren we op ons halfrond de langste dag en de kortste nacht van het jaar. Het solstitium aestivum.
Als het weer een beetje meewerkt, is de zon dan in Nederland 16 uur en 44 minuten te zien, gerekend op de breedtegraad van Utrecht.
Wie op Schiermonnikoog bivakkeert, het meest noordelijk gelegen en bewoonde stukje Nederland, krijgt zelfs een paar minuutjes extra. Nog noordelijker, vanaf de poolcirkel, gaat de zon helemaal niet onder; die scheert dan langs de horizon om, voordat ze uit het zicht verdwijnt, weer naar de hemel te klimmen.
Al sinds mensenheugenis is de zonnewende een memorabel moment. In de prehistorie, lang voordat er klokken en kalenders bestonden, wisten onze voorouders al dat de zon naarmate de seizoenen vorderden een andere baan langs de aarde beschreef en op een gegeven moment het hoogste punt had bereikt.
Schaapscheerderskou
Schaapscheerderskou is de benaming in de Lage Landen voor een koele periode in de maand juni. Deze kan voorkomen tussen 5 en 20 juni. In deze periode is het vaak bewolkt en koud en kan er zelfs nog nachtvorst optreden.
De naam is afkomstig uit de tijd dat in deze periode de schapen geschoren werden.
Zomerweer in juni houdt zelden de hele maand stand. Meestal draait de wind na de eerste zomerse of zelfs tropische dagen van zuid naar noordwest of noord. De zee is nog relatief koud terwijl er door de verhitting van het vasteland een opstijgende luchtbeweging ontstaat die een lagedrukgebied doet ontstaan boven Midden-Europa. Aan de achterzijde van die depressie stroomt aanzienlijk koelere lucht uit het Noordzeegebied Europa binnen. Boven de nog relatief koude Noordzee ligt in deze tijd van het jaar vaak een grijs wolkendek of een gebied met mist dat met de noordwestelijke stroming onze kant op komt.
De felle juni-zon maakt dan plaats voor een grijs wolkendek en zeker in de wind is het ronduit koud. Zo'n weersomslag van warm en zonnig in koel en somber weer is in juni niet ongewoon. Vooral rond het midden van de maand moeten we het vaak bezuren. Schaapscheerders maakten vroeger van deze grijze koele periode gebruik om de schapen te scheren, vandaar de benaming schaapscheerderskou. Vanwege de veelal grote neerslaghoeveelheden en de noordwestenwind spreekt men ook wel van de noordwestmoesson.
Meestal houdt dat koele en sombere weer wel enkele dagen aan, zodat de kale huid van de schapen niet blootgesteld wordt aan de felle junizon. De Schaapscheerderskou is vergelijkbaar met de IJsheiligen, alleen is de afkoeling zo laat in het voorjaar minder groot. Ook is de kans op vorst aan de grond in juni een stuk kleiner, maar temperaturen van iets onder nul zijn in deze maand zelfs op waarnemingshoogte van anderhalve meter zeker niet uitgesloten.
Uit onderzoek blijkt dat de schaapscheerderskou in Nederland doorgaans valt tussen 18 en 24 juni, maar het kan ook eerder of later zijn. Een kou-inval met regen begin juli wordt in verband gebracht met Zevenbroedersdag (10 juli): "Regent het op de zevenbroedersdag, dan het nog zeven weken regenen mag." Voor de invoer van de Gregoriaanse kalender viel deze periode rond Zevenslapersdag (27 juni). Weerspreuken die Zevenslapersdag vermelden bestaan voort naast weerspreuken die Zevenbroedersdag vermelden.
Zijn houtkachels wel zo gezellig ?
De schijnbare gezelligheid van houtkachels heeft een heel duistere keerzijde. Nu het weer langer licht is zitten veel mensen buiten en genieten van gezelligheid bij de tuinhaard, maar is dat wel zo gezellig ? De rook die de houtbrokken produceren blijkt zwaar giftig te zijn. Gek genoeg gaan er bij mensen geen alarmbellen klinken bij houtrook. Bij dieren is dat wel het geval. Brandt er ergens iets dan zijn de dieren in het wild meteen vertrokken. Hun instinct roept “gevaar!” Daarnaast produceren stukken hout, nat of droog altijd veel fijnstof. En fijnstof is heel gevaarlijk. Omdat het reukloos is. Je merkt amper dat het er is. De afkorting PM staat voor 'particulate matter' en is de term voor deeltjes in de lucht. PM is een verzamelbegrip. Het bestaat uit een groep van stoffen die op verschillende wijze in de buitenlucht terechtkomen. Veel door de mens veroorzaakte en natuurlijke bronnen stoten rechtstreeks PM uit: het primaire PM. Industriële processen en allerlei soorten van verbrandingsprocessen, waaronder in gemotoriseerde voertuigen, energiecentrales en met name houtverbranding, zijn belangrijke van de mens afkomstige bronnen van PM. Ook worden deeltjes chemisch gevormd uit gassen zoals zwaveldioxide (SO2), stikstofdioxide (NO2), ammoniak (NH3) en vluchtige organische verbindingen. Dit is het secundaire PM. PM 2,5 is heel gevaarlijk.
Onderzoek wijst uit dat deze deeltjes zo fijn zijn dat ze niet met filters of katalysatoren te vangen zijn. Ze zweven vrij in de lucht rond. En komen zo via de longblaasjes rechtstreeks in de bloedbaan terecht. En daar begint de ziekmakende slopende ellende. Mensen met veel weerstand zullen in eerste instantie nog niet zoveel merken maar ook daarbij wordt de slopende werking van fijnstof op den duur merkbaar. Het effect stapelt zich op. Dus als de overheid nu zegt: “Er komen geen gevaarlijke stoffen vrij!” dan liegen ze altijd. Veel wordt geconcludeerd zonder dat er gemeten is. Gewoon uit de duim gezogen. Maar waarom doet men zoiets? Simpel: men krijgt bij ingrijpen een hele bult met werk en zoals bijvoorbeeld in de gemeente Aalburg, maar ook in andere gemeenten, is men beter geoefend in het stapelen van dossiers dan het oplossen van problemen. Daar komt nog bij dat er heel veel houtstokers zijn die absoluut niet snappen wat ze doen en wat voor een schade ze veroorzaken bij henzelf en hun omgeving. Alle houtkachels en elk houtvuur geeft bergen fijnstof.
Ook de zogenaamde “milieuvriendelijke pelletkachels” Ook dat is in principe houtverbranding. Het enige voordeel is dat de stank wat minder zou zijn als de kachel optimaal brandt. Maar het venijnige is dat fijnstof reukloos is. En dat maakt van een houtkachel een sluipmoordenaar. Voor de bezitter en voor de omgeving. Tijdens het stoken van een houtkachel wordt voor de omgeving in een straal van 200 meter de fijnstofgrens vele uren tientallen keren overschreden en is er sprake van een alarmfase voor de longen. Naast het fijnstof komen er ook stoffen vrij die te ruiken zijn. Sommigen noemen het gezellig, maar in feite zijn het 26 kankerverwekkende stoffen die je zomaar binnenkrijgt. Primitieve kachels, maar ook dure foutgestookte kachels geven een enorme vieze uitstoot en betekenen een ramp voor de directe omgeving. En de stokers zijn zulke gezellige mensen. Sommigen maken er zelfs een hobby van. Denk na voordat je een houtkachel koopt om kosten te besparen ! De schade in de omgeving is groot. ( Bron Clemens van Rijthoven)
Zonnige groet, Gerard Kiewiet