Met een hoofd vol gedachten
ging ik een stukje wandelen in de stad
zonder richting of doel.
Vaag dacht ik aan een goede kennis van vroeger
en zowaar daar kwam diezelfde kennis aan in de verte
naar mij toe, op mijn pad.
Ik dacht nog : dat kan, er kan zoveel.
Dichterbij gekomen vertelde die goede kennis
over het grote toeval dat hij zojuist aan mij
liep te denken, en nu kwam hij mij
zowaar op zijn weg tegen.
Nou vertelde ik mijn deel, en zei:
als dat geen toeval is, dan weet
ik het ook niet meer.
Dubbel dubbel toeval, vond hij.
Ik vond één keer toeval wel genoeg,
als typering van het gebeurde.
Eén andere zijstraat, en we hadden
niets gemerkt. Toeval of niet.
Alle gebeuren is eigenlijk toeval,
want het loopt zoals het loopt,
met talloze verbindingen en verwijzingen.
En er gebeurt van alles of niets.
Welk deel is toeval, en welk deel
is per ongeluk. Welk deel geregeld?
Alles is deel van het grote geheel.
Daarbinnen vindt veel toeval plaats,
of is zelfs alles toeval. Dan is alles
geregeld.
Geregeld of toevallig
de werkelijkheid wordt er niet anders van.
Thuisgekomen vroeg mijn vrouw waar
ik zolang gebleven was. Een oude
klasgenoot was langsgekomen om mij te
bezoeken. Hij zou later nog wel eens langskomen!
Besteld, geregeld, toevallig, pech of geluk,
het gebeuren gaat zijn eigen gang.
Johan Vermeulen
Zuidhorn 4 augustus 2021