De eerste raadsagenda van het politieke seizoen bevatte veel uiteenlopende zaken: van de parkeergarage via het alcoholbeleid tot uitbreiding van landbouwbedrijven. De fractie van GroenLinks was actief om het beleid de goede kant uit te helpen sturen. De meerderheid van de raad nam een motie van GroenLinks en CDA aan om een inventarisatie te maken van leegkomende landbouwbedrijven. Door deze goed in te zetten kan wellicht de aantasting van ons landschap door nieuwe grote stallen.
GroenLinks-raadslid Alex Temmingh stelde vragen over de stokkende nieuwbouw aan de Harkemaweg in Aduard: “Afgelopen juli werden wij opgeschrikt door het bericht dat zes leegstaande woningen aan de Albert Harkemaweg in Aduard voorlopig niet kunnen worden gesloopt doordat vleermuizen er hun intrek hebben genomen. Dit nadat sloop al eerder was opgehouden, doordat een van de bewoners weigerde te vertrekken. De fractie van GroenLinks maakt zich zorgen over eventuele gevolgen.”
Het college deed de toezegging samen met woningbouwvereniging Wold&Waard de vinger aan de pols te houden.
GroenLinks-raadslid Michiel Pellenbarg stelde vragen over de gevaarlijke uitgang van de spiksplinter nieuwe parkeergarage aan de Dorpsvenne in Zuidhorn:
“Het uitrijden uit de nieuwe parkeergarage Dorpsvenne Zuidhorn is niet van gevaar ontbloot: uitrijders rijden (vaak) met hoge snelheid de garage uit, zich niet bewust van mogelijk verkeer (voetgangers, fietsers en auto's) van rechts. Verkeer van rechts let niet altijd op auto's die parkeergarage plotseling (onopgemerkt) verlaten.
Er is sprake van een structureel gevaarlijke situatie: zie ook de foto.”
Het college deed de toezegging om maatregelen te nemen.
GroenLinks-fractievoorzitter Klaas-Wybo van der Hoek had bij de behandeling van het verslag van de Rekenkamercommissie waardering voor zijn werk, maar vond ook dat deze commissie meer onderzoeken zou moeten doen:
“Mijn fractie GroenLinks is blij met het verschijnsel Rekenkamercommissie.
Een Rekenkamercommissie is samen met de accountant een belangrijke waakhond voor de raad. Voor ons wordt onderzoek gedaan naar de rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid. Het zijn sleutelbegrippen in een moderne samenleving, waarin openheid en verantwoording de slingers zijn op het feest der democratie. Instellingen en betrokken functionarissen moeten daar ook niet bang voor zijn, laat staan voor de Rekenkamercommissie.
We moeten met elkaar die cultuur van de open democratie scheppen. We moeten met elkaar willen leren van de resultaten van het werk van de Rekenkamer-commissie.
Het Jaarverslag overziend vinden wij als GroenLinks dat de productie van de Rekenkamercommissie mager is. Gezien het belang van de Rekenkamercommissie mag het, het moet zelfs enkele onsjes meer zijn. Zo nodig mag het budget een beetje stijgen.”
Klaas-Wybo van der Hoek pleitte bij de Jaarrekening van het Afvalorgaan Groningen (ARCG) voor meer inspanningen om de chemische plastics uit te bannen:
“GroenLinks vraagt meer aandacht voor het terugdringen van chemisch plastic afval en het gebruik ervan. De chemisch plastic soepen zijn tikkende tijdbommen in de oceanen en nu zelfs in de Waddenzee. Er is bijna geen vis en vogel meer zonder plastic in zijn maag. En door hen weer op te eten, zit het ook in ons eten. Wij zouden graag zien dat chemisch plastic wordt uitgebannen, te beginnen uit Zuidhorn! Welke stappen zet het college? We zouden alleen nog maar bioplastics (biologisch afbreekbaar) toe mogen laten.”
Bij het agendapunt over de Cliëntondersteuning en MEE pleitte de fractievoorzitter van GroenLinks voor de onafhankelijkheid ervan:
“Cliëntenondersteuning is van groot belang voor een modern beleid in het sociaal domein. Dit leunt namelijk heel sterk op het beeld dat cliënten en hun directe familie mondig zijn en goed weten wat goed voor hen is. Onafhankelijke ondersteuning is daarbij onmisbaar en bevordert dat gewenste mensbeeld. Voor het welslagen van de decentralisaties is het een strategisch element. Het is goed dat dit wettelijk is vastgelegd en dat de gemeenten daar per 1 januari 2015 ook over gaan. Naast de maatregelen is het nog belangrijker dat we werken aan een open en zorgvuldige cliënt-gerichte cultuur. In onze visie is dat de kern van een samenleving op de menselijke maat en met een menselijk gezicht. Cliënten mogen niet vermalen worden door bureaucratie en belangen van instellingen en commerciële zorgaanbieders. Cliënten moeten her- en erkend worden.”
En bij de behandeling van het alcoholbeleid legde GroenLinks de nadruk op preventie en het voorkomen van te ongenuanceerde harde handhaving die juist averechts werkt:
“In de visie van GroenLinks gaat het bij het verhogen van de leeftijd voor alcoholgebruik om het veranderen van de cultuur. Dus daarom vragen wij met klem de dialoog aan te gaan met de verschillende doelgroepen.
We zullen moeten mikken op een cultuurverandering: pas op je 18e iets drinken en geniet daarna, maar met mate. In het beleid zijn dus drie dingen belangrijk: dialoog, preventie en preventie. We moeten de hoofden en harten van de ouders en de jeugd veroveren. Het vestigen en onderhouden van een gezondheidscultuur zijn de sleutels voor de cultuurverandering. De nadruk op preventie zien wij gelukkig in het plan van het college en wij steunen dat van harte.”
GroenLinks raadslid Michiel Pellebarg was erg blij met de aanleg van de rondweg om Aduard:
“Het college stelt ons voor €2,35 miljoen ter beschikking te stellen voor de realisatie van de Rondweg Aduard. Dit project gaat – in combinatie met de nieuwe brug bij Aduard – leiden tot een verbeterde verkeersdoorstroming rondom Aduard.
Over ons standpunt ten aanzien van het voorstel kan ik kort zijn: We verheugen ons erop dat het dorp Aduard ontlast wordt, we waren bekend met het van ons benodigde budget en uw voorstel is compleet en helder. Dus ja, we ondersteunen uw voorstel graag.
Wel wil ik van de gelegenheid gebruik maken om onze zorg uit te spreken over de afstemming met de realisatie van de nieuwe brug bij Aduard. Voor deze brug is nog geen financiële dekking. Daarnaast geeft de recente berichtgeving over de brug bij Dorkwerd ook aanleiding tot zorg. Hier is extra vertraging ontstaan door de ontdekking dat we in deze streek een slappe ondergrond hebben. Wij stelden reeds technische vragen over de mogelijke consequenties die deze constatering heeft voor ook de brug bij Aduard.
Overigens tipte mijn fractiegenoot Alex Temmingh aan dat de herkomst van het woord ‘dork’ – van water doordrongen, moerassige grond – hier misschien al reden voor enige achterdocht had moeten zijn. (Zijn voorstel om vaker mensen met een taalkundige achtergrond bij planvorming te betrekken, zullen wij wellicht bij een andere gelegenheid indienen.)
Voor nu lijkt het er in ieder geval op dat er onzekerheid is over het moment dat de brug bij Aduard gerealiseerd wordt. Dat kan in praktijk tot gevolg hebben dat de Albert Harkemaweg in Aduard langer dienst gaat doen als regionale ontsluitingsweg. De bewoners hebben hun zorgen hierover bij de provincie nadrukkelijk geuit en ik denk dat we als gemeente goed moeten bewaken dat overlast niet onnodig verplaatst wordt en dat veiligheid en het voorkomen van overlast eerste prioriteit worden bij de inrichting van de tijdelijke situatie op de Harkemaweg. We gaan ervan uit dat u hierover de vinger aan de pols houdt bij de aanwonenden en daar gevestigde bedrijven.
Verder hebben we vanuit GroenLinks ook zorgen over de financiering van de tafelbruggen bij Aduard en Noordhorn. De dekking wordt momenteel gezocht in onder meer besparing op het ontwerp. Als voormalig Rotterdammer kan ik u melden dat een brugontwerp erg veel kan bijdragen aan de beoordeling van zowel inwoners als bezoekers. Je legt zo’n brug aan voor minstens een halve eeuw. Het lijkt ons daarom – in deze tijd dat we naarstig op zoek moeten naar herbestemming van vrijvallende RSP (rijks) middelen vanwege het wegvallen van de regiotram en de spoorlijn naar Heerenveen – goed om als gemeente in afstemming met provincie en Rijkswaterstaat niet te snel toe te geven als het gaat om de kwaliteit van het ontwerp.
Kortom, wij zien uit naar de realisatie van de rondweg en hopen dat er snel werk wordt gemaakt van de aanleg van de brug bij Aduard. Dan kunnen we in de tussentijd onze aandacht gaan leggen op het creëren van een flexibel, vraaggericht openbaar vervoer en de financiering voor nieuwe fietspaden.”
Michiel Pellenbarg leidde zijn motie over de landbouwbedrijven in:
“De fractie van GroenLinks is een groot voorstander van een florerende agrarische sector binnen onze gemeente. Lokale voedselvoorziening zal steeds belangrijker worden. Daarnaast spelen de boerenbedrijven een grote rol in het behoud van het landschap en zorgen zij direct en indirect voor de o zo nodige werkgelegenheid in onze streek. Wij werken dan ook graag mee aan de ontwikkeling van agrarische bedrijven die groeikansen zien.
De rol die de gemeente daarbij speelt kent valt hier in twee dimensies uiteen. Ten eerste: voor welke type bedrijfsuitbreiding verleen je ondersteuning, en ten tweede: hoe wil je de uitbreiding fysiek vormgeven.
Wat betreft de type bedrijvigheid hebben we bij GroenLinks een vrij concreet beeld. We zijn tegen de bio-industrie, maar willen graag stimuleren in uitbreidingen die innovatief gericht zijn op meer dierenwelzijn, meer duurzaamheid in de bedrijfsvoering en meer focus op de regionale voedselvoorziening.
Wat betreft de vormgeving en inpassing hechten wij sterk aan behoud van onze diverse cultuurlandschappen en dus het tegengaan van industriële bouwvormen in het buitengebied en elke ander onnodige aanslag op de verblijfskwaliteit van het platteland van Zuidhorn.
Wij verheugen ons dan ook erg in de passage in uw Bestuursakkoord die ingaat op deze zaak. Ik lees voor: “We blijven de komende vier jaar de agrarische sector in onze gemeente ondersteunen. Wij vestigen daarbij de komende tijd extra aandacht op innovatie, regionale voedselstrategie, verduurzaming en dierenwelzijn. Uitbreidingswensen van agrarische bedrijven toetsen we aan deze onderwerpen en aan de specifieke landschappelijke kwaliteiten van de omgeving”.
Dat is dus een zeer helder afwegingskader. Helaas vinden wij geen van deze onderwerpen terug in het voorstel dat u ons nu voorlegt voor deze twee uitbreidingen. Sterker nog, we lezen zaken als: “Deze projecten lenen zich overigens, gelet op de aard van het gebouw, niet om extra duurzaamheidsambities na te streven c.q. te verwachten.” en “Er is geen raakvlak met andere beleidsterreinen.”. Terwijl deze aanvragen toch kennelijk niet vallen binnen de categorie “plannen waarvan de ruimtelijke impact gering is”.
Wel nu, om ons aan te kunnen sluiten bij een verklaring van geen bezwaar hebben wij dus nog wel extra informatie nodig van de wethouder over hoe de gemeente in deze situatie werk heeft gemaakt van innovatie, regionale voedselstrategie, verduurzaming, dierenwelzijn en landschappelijke kwaliteit.
De fractie van GroenLinks hecht hier sterk aan. En wel mede omdat we in de komende periode nog tal van dergelijke uitbreidingsvragen van boerenbedrijven verwachten, gestimuleerd door zaken als het loslaten van de melkquotering en nieuwe normeringen in de pluimveesector.
Dit houdt overigens sterk verband met de snelle groei van het aantal leegstaande agrarische gebouwen. Vorige maand bleek uit onderzoek van de landbouwuniversiteit Wageningen dat in onze gemeente de komende jaren 50.000 tot 150.000 vierkante meter leeg komt te staan in het buitengebied. Ter vergelijking: dat is 75 keer de ruimte die nu aangevraagd wordt door deze twee bedrijven. Het zou volgens GroenLinks niet goed zijn om de uitbreidingswensen van boeren in de komende periode los te zien van de leegstand en mogelijke verkrotting die tegelijkertijd een paar 100 meter verderop ontstaat.
Ik sluit af. De landbouw is essentieel voor Zuidhorn en we moeten ons sterk inzetten om deze sector te laten floreren in de komende decennia. We pleiten er bij deze dan ook voor dat het college werk maakt van het afwegingskader voor toekomstige uitbreidingsvragen van agrarische bedrijven. Dus innovatief, duurzaam, gericht op de regionale voedselvoorziening en rekenschap houdend met landschappelijke kwaliteiten en hergebruik van huidige bouwvlakken waar leegstand is ontstaan. Graag horen we of het college bereid is een dergelijk afwegingskader uit te werken, als uitvloeisel van wat in het Bestuursakkoord is opgenomen. Ik heb dat verwoord in de motie van GroenLinks en het CDA.”