Niets geen nevels op het land
het gras had zijn eigen kleur
het was mooi weer
Het huis in de verte was een boerderij
te zien aan de grote rode schuur
en aan de bomen eromheen
Langzaam liep ik naar die boerderij
op een zandpad zonder kleur –
ik moest de vage paden zoeken
Had niets te drinken bij me
maar je weet maar nooit,
bij zo’n boerderij
Niets vermoedend
alles leek gewoon
niets noemenswaard
Ineens het besef van de bijzonderheid,
van de wandelaar in het landschap
Zó geschapen, zó bewaard
Johan Vermeulen 3 juni 2019