Hilde Sennema vindt dat de grote gaswinnaar zich moet schamen.
Mijn tante Dettie vertelde deze zomer dat ze regelmatig ging wandelen in het NAM-park bij Grijpskerk. Een park bij de gasopslag? Ik vroeg of ik het goed had gehoord. Ik weet niet beter dan dat de NAM-locatie, met zijn blinkende installaties en fakkels, er was, maar een park had ik er nooit gezien. Het duurt natuurlijk even voordat aangelegd groen tot volle wasdom komt, zei mijn tante, maar nu is het er goed wandelen.
Even was ik aangenaam verrast. Ik overwoog de mogelijkheid van een NAM die zijn verantwoordelijkheid had genomen.
Ik moest eraan denken toen ik vorige week las dat de gaskraan weer opengaat. Niet dat die ooit dicht was, maar wat er in Slochteren niet meer gewonnen kan worden, moet gecompenseerd worden in andere gasvelden. Ondanks bezwaren van burgers, gemeenten en waterschappen mag er tot 2027 gas gewonnen worden in het Drentse Westerveld.
In het gasveld van Grijpskerk vonden de eerste proefboringen plaats in 1989. In 1993 besloten de Gasunie en de NAM de locatie in te richten als ondergrondse gasopslag. Grijpskerk werd de buffer bij piekgas in extreem koude winters.
Er kwam protest. De ondergrondse opslag bracht 40 hectare aan bovengrondse installaties met zich mee – even groot als het hele dorp Grijpskerk. De opslag zou pal naast het dorpje Kommerzijl komen te liggen. De paar bomen die de installaties moesten toedekken waren volgens actiegroep “Kommerzijl geeft tegengas” niet meer dan schaamgroen. Bovendien werd het vermeende verband tussen gaswinning en aardbevingen toen al uitgebreid besproken in de media – en stelselmatig en spottend ontkend door de woordvoerder van de NAM.
Het terrein kwam er. Iets verder weg van Kommerzijl, met een heus park als buffer. De NAM was gedwongen rekening te houden met de actievoerders, omdat de gemeenteraad van Zuidhorn anders geen toestemming zou geven.
Ik wilde dat park wel eens zien en fietste er afgelopen zomer diezelfde avond nog naar toe. Het park lag er verlaten bij; ik zag lege speeltoestellen, een paar mensen die hun hond uitlieten, en paden overgroeid met riet. Het was misschien een prima plek om te wandelen, maar toch bleef ik denken aan het woord schaamgroen. Bijna altijd kon ik de gasfakkels boven de bomen uit zien komen. Toen ik het park uitreed, lagen de installaties open en bloot in het Groninger landschap.
Het is klein leed in vergelijking met de aardbevingsschade rond Slochteren, maar het mechanisme is keer op keer hetzelfde: burgers die bij gasvelden wonen moeten tot het uiterste gaan om een fractie van de compensatie te krijgen die hun toekomt.
Gasgroen is schraal groen.
Bron: Hilde Sennema. Freelance schrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam / FD