Ooit kocht ik lakenspanners. Ideaal voor een strak onderlaken. Vier brede elastieken die lijken op bretels. Ooit schoot ook – toen ik de matras keerde - een van die lakenspanners los. Tsjáák, een enorme pets tegen mijn wang.
Die striemende pijn voelde ik plotsklaps weer: ruim twee weken geleden. Maar niet tegen mijn wang. Wat ik deed? Niets bijzonders. Gewoon even op een stoel omdat ik ergens niet bij kon. En - terwijl ik met mijn linkerbeen weer van de stoel afstapte – gebeurde het. Tsjáák, tegen mijn kuit. Mijn voet raakte de vloer waar ik wel doorheen kon zakken. Staan kon ik niet meer.
Ooit hoorde ik een paar soortgelijke verhalen die me – strompelend naar de bank - weer te binnen schoten: Bij de ene man gebeurde het gewoon tijdens het winkelen en bij de andere tijdens het sporten. Wat ik onthouden had was dat ze vergingen van de pijn en een hele tijd uit de running waren. En er stond me iets bij dat ze een paar dagen niet mochten lopen. Meteen zon ik al op een oplossing: met mijn bureaustoel op wieltjes zou ik me beneden zelf kunnen redden.
De huisarts bevestigde een paar uur later waar ik al bang voor was: ‘Een klassiek geval van zweepslag.’ Instinctief had ik al het juiste gedaan: direct de pijnlijke plaats koelen met ijs en het onderbeen omhoog. Er op lopen mocht ik gelukkig wel, maar wel binnen de pijngrens. En niets forceren. En het herstel kon - afhankelijk van de ernst van het letsel – twee tot zes weken duren.
Enfin, de trippelende kievit die ik normaliter ben was ineens een kreupele. Noodgedwongen schakelde ik terug van de vijfde versnelling naar de eerste. Met de dag ging het vooruit, op dag 10 ging ik al weer in zijn vier. Niets forceren! Oei, op dag 13 was ik terug bij af. Op dag 14 dacht ik dat het weer een beetje ging, maar die droom spatte uiteen. ‘Piety, jíj bent het dus,’ zei ineens een stem naast mij toen ik van het treinstation naar huis liep. ‘Ik had je niet herkend. Ik dacht nog: dat mensje loopt óók niet bijster snel.’ Mijn buurman. Naast wie ik al 24 jaar woon!
Ooit zal ik wel weer lopen als een kievit. Ooit…
Piety Veenema, 7 februari 2012