Kerstfeest op het Groninger platteland.
Hoe laat het was wist de oude Jannika niet. Ze liep door de lange gang, steunzoekend langs de leuning die aan de muur bevestigd was en vroeg zich af achter welke deur haar kamer ook al weer was. Aan het einde van de gang was de glazen deur waarachter de sfeer van gezelligheid woonde. Door het glas in lood zag ze lichtjes branden. De geur van dennengroen kwam haar tegemoet. Was dit de deur van haar kamer? Op elke deur was een foto van de bewoner geplakt. Ze herkende haar foto. De deur kierde open. Het was donker. Ze knipte het licht aan en zag haar bekende spulletjes. Haar bed, de twee oorfauteuils, de antieke linnenkast, haar rollator die ze weer vergeten was mee te nemen en de kast met de vaas van haar ouders naast de foto van haar verloofde die vlak voor haar huwelijk door een verkeersongeval om het leven was gekomen. Ze had nooit meer een man ontmoet die haar grote liefde had kunnen vervangen.
Op het tafeltje stond de cassetterecorder die de mevrouw van de kerk gebracht had. Ze hoefde alleen maar de knop met de stikker in te drukken, dan kon ze de kerkdienst beluisteren.
Ze schuifelde naar een van de stoelen, die met het kanten kleedje over de rugleuning, drukte op de knop en hoorde het inleidend orgelspel van de kerstdienst in haar vertrouwde gemeente.
Met haar handen gevouwen en de ogen dicht gaf ze zich over aan de woorden van de dominee. De liturgie die ze van de mevrouw had gekregen lag naast de cassetterecorder. Ze kon niet meer zo goed lezen, zelfs de grootletter liturgie begon voor haar ogen te dansen. Nee, het was beter zo. Af en toe prevelde ze woorden mee met het gebed. Als het zingen begon leefde ze op, dan zat ze rechtop in de stoel en zong uit haar hoofd met glanzende ogen alle verzen mee.
Ze leefde zich in alsof ze erbij was. Na het amen van de zegen stond ze op uit haar stoel, pakte haar handtas en schuifelde de gang op. Ze liep de lange gang weer door, kwam voorbij een kapstok, pakte een grijze jas die op de hare leek en trok hem aan. Er zat een sjaal in de mouw ontdekte ze, die deed ze om haar hals. In de jaszakken vond ze handschoenen.
Helemaal gekleed om uit te gaan stond ze even later voor de grote deur die niet open ging.
Het hele verhaal is gepubliceerd in het boek "Granaatjes met een gouden slot" dit boek is nog verkrijgbaar via cobytjeert@live.nl