Aan tafel wordt gesproken
over de politiek,
Vader en zoon dienen
elkaar van repliek.
Verschillende partijen
passeren de revue,
de zoon gooit nog
een balletje op
over de CHU,
en had je vroeger ook niet
een boerenpartij,
die man, heette hij Kieviet?
Hij kijkt daarbij naar mij,
boer Kieviet, boer Kieviet?
‘k kom bijna niet meer bij
en sein vanuit mijn ooghoek
wat zegt hem nu nog Koekoek?
Coby Poelman-Duisterwinkel
Uit: "De voordracht"