Met de wind in de rug
fiets ik door het weidse land
Nog altijd zonder ondersteuning
wel versnelling bij de hand
Met de wind in de rug
fiets ik al vanaf half acht
Het is nu bijna kwart voor acht
Nog geen fietser die naar me lacht
Wel twee honden in de verte
lijken uitgelaten blij
Zacht gekwaak klinkt uit de sloten
’t Paarseizoen lijkt haast voorbij
En ik zie twee lange oren
Fier rechtop, daar, in het gras
En ik denk aan een gedichtje:
‘k Wou dat ik twee haasjes was…
Foto genomen van een poster in hotel De Eese - Giethoorn