Met spons en zeemleer
stond ze buiten,
ik zat in huis
en tekende mijn moeder,
de kom met water in haar hand.
Ik schrok van elke plens,
het spoelde,
drijfnatte ramen
ontnamen mij het zicht,
ik dacht haar in een lachspiegel,
mijn ogen knipperdicht.
Na het zemen kwam ik kijken,
ging buiten naast haar staan
en zag haar spiegellach naar mij
in 't stralend schone raam.
Vandaag spoel ik de ramen
en stel me moeder voor
stralend met Vader samen.
Coby Poelman - Duisterwinkel