Een gedicht uit de nieuwste bundel "Velden vol melodieën"
Achter berijpte bomen,
hun stammen aardedonker,
ademt de Borg
de stilte
van de winterdag,
boezemt ontzag,
zo statig staat zij daar.
De smalle loopbrug
zwijgt nog onbelopen
onder ragfijne takken,
lichtflonkerend, ontloverd.
De omgeving slaapt,
merels zoeken appels
in de hoogstamgaard.
De schelpensingel glanst
onaangeraakt,
alleen de sneeuw
onder mijn voeten kraakt.
Coby Poelman-Duisterwinkel
Gepubliceerd in "Velden vol melodieën"
Foto gemaakt door Sina Wiersema.