Froulje fan it âld bestjoer
Ik lees mijn recentste column voor in eetcafé “De Molen”.
We zitten aan de stamtafel in afwachting van ons diner van diverse proeverijtjes: negen vrouwen tussen de 57 en 87 jaar. Mijn vriendinnen en ik.
Ja,, ik durf ze gerust mijn vriendinnen te noemen. Ook al zien we elkaar maar één keer per jaar: het voormalig provinciaal bestuur van de Friese Christelijke Plattelandsvrouwenbond. Voor het eerst op 19 mei 1988 op initiatief van onze voorzitster. En nu de 25ste keer.
Negen vrijwilligsters die ooit intensief met elkaar hebben samengewerkt in het verenigingsleven. De schouders er onder hebben gezet. Van onschatbare waarde blijkt het te zijn geweest. En dat we destijds ook ons persoonlijke lief en leed met elkaar konden delen. En nóg.
Froulje fan it âld bestjoer. Zo begon de uitnodiging, ditmaal vanuit Minnertsga.
It is wer sa fier, foarby is wer in jier, 30 maaie komme wy bij elkoar. Om sawat 2 oere wurde jimme ferwachte. En dan ja: ???????????????
Ja, na anderhalf uur gezellig bijkletsen bij koffie met gebak, werd het dus Vrouwenparochie. Daar lag een praam voor ons klaar en voeren we - tussen het nog groene riet en welig bloeiend fluitenkruid - een deel van de Elfstedentochtroute. Helaas niet het beroemde bruggetje van Bartlehiem gezien. In Oudebildtzijl keerden we caféwaarts.
We zitten aan de stamtafel. Negen bewogen vrouwenlevens. Vijf vriendinnen zijn intussen weduwe, sommige hebben een kind of kleinkind verloren en dan valt het niet altijd mee om “Geniet van het leven” aan te moeten horen. ‘Wát genieten,’ zei één meerijdende vriendin de heenreis al tegen mij. ‘Natuurlijk ben ik dankbaar dat ik er nog ben, maar de glans is er wat af.’
En tóch… de ene voet voor de andere zetten en verdergaan. Er proberen nog iets van te maken. Ik leef met hen mee, mijn vriendinnen, ook medereizigsters in mijn schrijverstrein. Het is al traditie dat ik hen iets voorlees uit mijn werk. Dit keer dus mijn column “Lytse” poppe.
Laat nu één vriendin direct onze motordokter uit mijn column herkennen. Want hij was ook háár dokter en heeft haar eerste kind ter wereld geholpen. Een bevalling die hij – toen nog een jonge arts in opleiding - nooit meer zou vergeten, zegt ze. De vrouwentongen gaan weer los.
Nog tijdens het diner plannen we al weer een datum voor volgend jaar. Alsof we het eeuwige leven hebben, terwijl de oudste binnenkort 88 hoopt te worden en onze voorzitster nog steeds herstellende is van een zware operatie. En wetende van de gezondheidstoestand van een aantal van ons, houden we ons hart vast. Maar we gaan door, zolang het kan. Want dankbaarheid overheerst bij de ‘froulje fan it âld bestoer’.
Piety Veenema 31 mei 2012
Reageren op mijn column? Dat kan via CONTACT op mijn Startpagina
of mail naar piety-veenema@live.nl