Toen ik 15 was, wilde ik al schrijven, maar het kwam er jarenlang niet ècht van. Pas na de dood van mijn moeder in 1998 - op mijn 43ste - heb ik die wens weer opgegraven. Sindsdien schrijf ik onder de meisjesnaam van mijn moeder: Veenema. Als eerbetoon!
Ik schrijf over van alles wat mij opvalt, wat mij raakt. En over het leven dat ik als een “treinreis” zie.
Onderweg ontmoet ik mijn medereizigers. De een reist wat langer mee dan de ander.
En sommigen leveren wellicht onvermoed een bijdrage aan mijn columns en gedichten, door iets van zichzelf te laten zien.
Het kan namelijk zomaar gebeuren – soms vele jaren later – dat hiervan iets in een of andere vorm terugkomt.
Mensen kunnen brandstof zijn voor elkaar en iets voor elkaar betekenen. Dat hoop ik ook met mijn schrijfsels te bereiken.
Af en toe doe ik aan Gedichtenwedstrijden mee.
En ik heb een optreedprogramma: "Gedichten- en Verhalenreis: Ontmoeting met de ander.”
Hier word ik heel blij van. En ik probeer van alles uit. Je moet niet te bang zijn – om het plat te zeggen – op je bek te gaan.
John F. Kennedy zei ooit: ”Alleen wie het aandurft te falen, krijgt een kans van slagen.”
En díe uitdaging durf ik in 2024 opnieuw – naast mijn wens bundels te maken van mijn columns en fotogedichten – aan te gaan.
NB:
Dit is ook geplaatst in de Kerstbijlage 2023 van het Dagblad van het Noorden,