“Voor iedereen die bang is de stap naar mensen te maken en eerlijk te zeggen: het gaat even niet zo goed met me. Neem mijn wijze raad aan: Doe het, het leven is te mooi om te laten verpesten door zwarte periodes.”
Dit citaat van Niek Hoekman* vond ik in mijn notities, in aanloop naar deze column.
“Het gaat niet zo goed met me.” Ze zei het na wat lovende uitwisselingen bij het ontbijtbuffet in het hotel op Texel: een kleine dame, die amper tot mijn schouder reikte. Ze was me trouwens al eerder opgevallen bij het verrassingsdiner: felrood jasje, kort wit haar, zwarte wenkbrauwen. En een pittig loopje, hoewel wat houterig.
Wie begonnen was, weet ik niet meer. Wat mij wél opvalt: de leukste gesprekken tussen wildvreemden ontstaan meestal pas op de laatste hoteldag. Wellicht omdat je elkaar waarschijnlijk toch nooit weer ziet? Of doordat je elkaar na enkele dagen vertrouwd voorkomt?
Enfin, ik boog mij voorover naar die dame. “Mijn man komt hier al 76 jaar,” zei ze. “Hij komt hier al vanaf zijn derde. En heeft mij op onze huwelijksreis hiernaartoe ontvoerd. Dus ik kom hier nu al 59 jaar. Al jaren in dit hotel en steeds vaker. Ik móet hier gewoon af en toe zijn. Volgende maand weer. Hoop ik.”
Ze slikte. “Ik heb asbestkanker. Mild, zeiden ze twee jaar geleden, maar nu heb ik uitzaaiingen.”Ze wees op haar ribben. “Dat harde korset voelt als een veel te strakke beha. As-best-kanker. M’n hele leven hard gewerkt, jaren in de verpleging, zelfs een restaurant gehad. Nooit ziek. En nu dit. Hoe kán dat nou. Drie van mijn zes broers zijn al overleden. Nu ben ik kennelijk aan de beurt. Maar ik zal toch wel m’n tachtigste verjaardag halen, vroeg ik mijn arts. Volgend jaar?”
Bij een onbezette tafel spraken we verder. Zij heette Suus en wij bleken veel gemeen te hebben. En voor het eerst vertelde ik haar zomaar ook iets (waarover ik nog niet eerder in een column kon schrijven). Dat ik erfelijk belast ben met een gen-mutatie - evenals twee van mijn zes zussen. Dit betekent een verhoogde kans op borstkanker en eierstokkanker. Binnenkort moet ik weer door de scan.
Voor mijn gevoel duurde ons gesprek een paar minuten. Maar manlief – die zelf zijn thee maar kwam halen - zei later dat het minstens tien minuten was.
Het kwam vast doordat deze Suus mij zo sterk deed denken aan Henny, mijn mailvriendin die in 2010 aan longvlieskanker overleed. Met wie ik in een korte tijd zomaar lief en leed kon delen. Henny verzette zich net zo dapper tegen het onvermijdelijke als mijn zus Janny die in 1996 stierf.
Bij de uitcheckbalie zag ik Suus weer. Spontaan gaf ik haar mijn fotogedichtje “Gewoon doorgaan” en vertelde ik iets over Henny, dat ik gedichten schrijf bij foto’s die zij mij naliet.
“Dit had ik net even nodig,’ verzuchtte Suus en pinkte een traantje weg.
En ik weet weer waarom ik schrijf: geïnspireerd door mijn “Ontmoeting met de ander.”
Piety Veenema,
NB*
Meer lezen van Niek Hoekman? http://WWW.NICKHOEKMAN.NL/RIP-FREEK/
Het gedicht “Gewoon doorgaan” staat onder Fotogedichten http://www.pietyveenema.nl
Meer lezen over Henny? Zie VERHALEN: een bijzonder geschenk http://www.pietyveenema.nl