Een jong gezin tafelt in de stationshal. We schuiven aan met koffie en snacks.
‘Vergeet je koetjessap niet’ zegt de moeder tegen de jongste.
Zijn handjes grijpen naar een flesje met koeien op het etiket. In een paar teugen is het leeg.
Ik spreek mijn mond voorbij als ik de moeder laat weten dat ik het zo’n grappig woord vind.
Ze redt zich eruit door me quasi niet-begrijpend aan te kijken, opsommend dat je nu eenmaal appelsap, sinaasappelsap, druivensap en koetjessap hebt.
Een ultraslimme moeder, zo grijpt de grootste lust-ik-niet toch met een stralend gezicht naar het gezonde wit?
Coby Poelman - Duisterwinkel