Gedachten van een boom langs het van Starkenborghkanaal
Mijn wortels zijn stevig verankerd in de grond. De omvang van mijn wortels is te vergelijken met de omvang van mijn kruin, zo heb ik mij laten vertellen door iemand die verstand van mij heeft. Ik sta hier al zo’n 50 jaar langs een fietspad en heb in mijn leven heel wat scholieren en hondenbezitters voorbij zien gaan. Hun gebabbel klinkt nog na in mijn takken en de wind laat zo nu en dan horen wat mijn oren hebben opgevangen. Veel liefdesverdriet werd hier geuit en veel problemen werden onder mij besproken. Ik voel de tranen door de woorden heen tot in mijn wortels.
Af en toe worden er fietsen tegen mijn stam gelegd en vinden jonge mensen elkaars liefde. Dan zingt het in mij.
Ik zie ook wel eens hoe mensen op het gras in de berm gaan zitten en hun handen vouwen. Wat ze zeggen kan ik niet verstaan maar als ze hun gesloten ogen weer opslaan meen ik iets in hun gezichten te bespeuren waar mijn wortels van krommen, niet zoals tenen bij mensen maar zoals het bij bomen gaat als ze iets moois zien of horen. Ik vind het jammer als ze weer verder gaan. De stilte die ze achterlaten maakt me weemoedig. Lang duurt dat niet want dan vaart er een schip voorbij in het kanaal waardoor ik weer met heel mijn wortelstelsel in de grond sta.
Het mooiste in het leven van mijn wortels zijn de stormen. Dan zetten ze zich schrap om mij voor vallen te beschermen. Na elke storm voel ik hoe ze juichen: We hebben het weer gered!”
Coby Poelman-Duisterwinkel