De tied van stencels tiepen staait mie nog vers ien t geheugen. Deuzen vol zuur roekende dunne vellen met karbonpepier der tussen kommen mie weer veur de geest as ik n olle foto van miezulf bekiek woar k zit te typen op n mesjien met n braaide woagen woar stencel dwaars ien votschoeft.
n Potje rooie correctielak der noast want as ik n foutje moakte mos ik t doar met dichtsmeren en den kon k er weer overhen typen.
Omdat ik op mien waark n baarg stencels typt haar vonnen ze bie ons ien t dörp dat ik t kerkblad ook wel typen kon. Dat kon ook wel en zo gebeurde dat ook. Joaren laang heb ik t kerkblad typt, stenceld en met nog n stuk of wat aandere mensen ien mekoar niet.
Ik heb verschaiden stencelmachines had met blikjes inkt die der bie mossen. Ze werden aal moderner mor ain ken ik mie nog heul goud heugen, dat was ain dai nog met haand bedaind worren mos. Ik haar hom twaidehaands kocht en der zat een stikker op met n biezundere tekst.
As de nije elektrische stencelmachine mie weer es ien de steek lait greep ik altied weer noar dat olle ding en dat ging altied goud.
Nou vroag je misschain woarom kochtst den n aander mor n mens wil altied haarder en een elektrische dat wast den netuurlek. t Ging ook slim haard mor der kwamen ook wel es wat blanko bloaden tussendeur en dat was nait de bedouling. t Was dus opletten bie alles wat er deur hen kwam. En altied kwaam ik met smirrege handen bie t apperoat vot. Je mossen de stencels met de gatjes op de knopkes vastmoaken en met n vloeiende bewegen om de rol spannen. As t dunne velletje kreukelde ging t al mis. Der mog gain kreukel ien kommen want den kwam er n grieze streep over t blad. Aan baaide kanten mos precies zo veul roemte noast het stencel zitten aans trok er schaif en wer t hailemoal niks met t kerkblad. t Was n hail secuur waark en je mossen ook nog es inkt aanvoeren. Drukte je te voak op de inktknop den kreeg je veul te zwaarte letters, en dat vlekte om t leven. Drukte je te min den was t nait te lezen.
Met dat handapperoat kon je dat oareg schier ienschatten mor met dat elektrische ding mos je op je tellen verdacht weden aans werden de bloaden weer te blaaik.
En den t verwisselen van de stencels as je kloar waren en der weer n nije op mos. Veurzichteg trok je t olle van de beïnkte rol oaf, te begunnen bie de gatjes van de knoppen en aal rollend mos t schutblad der weer tegen aan want as der teveul misdrukken ien zaten mos der veurnijs om de rol hen. Je willen nait waiten hou voak ik dat doan heb.
Prullebak zag der ook nait uut. Karbonpepier mos der uut veurdat t stencel om de knopkes kwaam en as stencel goud om de rol hen kommen was mos je t schutblad der oaf scheuren bie karrelraandjes. Op n keer haar ik ons dochtertje bie mie en dai wer aal stiller. Zat met heur handjes ien de prullebak te graaien. Zat onder de inkt. Nee, dat typen was t punt nait mor dat stencelen, dou t kerkblad zo goud ging wollen ze ook nog dat ik liturgieën moaken ging. Dat heb ik ook nog joaren doan. Op n duur kregen ze ien de neus dat legere schoul n kopieerapperoat haar en wer t kerkblad doar drukt. Ik was van mien toak ontheven en doar was ik nait raauweg om.
Toch dee het mie wat dou t olle handapperoat vot ging. t Ding haar mie noeit ien de steek loaten. En of dat nou kwaam van die stikker met de biezundere tekst, ik wait het nait mor t bleef mie bezeghollen hou t kon dat dit apperoat het altied dee. k Hoop dat de mensen die hom ophoald hemmen der nog n baarg plezaaier van had hemmen. Dou ze t ding ien auto tilden lichtten de grode oranje ledders op de stikker nog ain keer op: “BIDDEN VOOR GEBRUIK!”
Coby Poelman - Duisterwinkel
Vertaling:
Stenciltijd
De tijd van stencils typen staat me nog vers in het geheugen. Dozen vol zuur ruikende dunne vellen met carbonpapier er tussen komen me weer voor de geest als ik een oude foto van mezelf bekijk waar ik zit te typen op een typemachine met een brede wagen waar een stencil dwars in wegschuift.
Een potje rode correctielak er naast want ieder foutje moest daar mee dichtgesmeerd worden, dan kon ik er weer overheen typen.
Omdat ik op mijn werk veel stencils typte vond men in ons dorp dat ik het kerkblad ook wel kon typen. Zo gebeurde het. Jaren lang heb ik het kerkblad getypt, gestencild en met nog een aantal mensen in elkaar geniet.
Verschillende stencilmachines zijn de revue gepasseerd, inclusief de blikjes inkt die er bij hoorden. Ze werden steeds moderner maar er was één die ik me nog heel goed kan herinneren. Dat was één die nog met de hand bediend moest worden. Mijn man en ik hadden hem tweedehands gekocht en er zat een stikker op met een bijzondere tekst.
Als de moderne techniek me weer eens in de steek liet haalde ik het oude apparaat er bij die deed het altijd.
Nu vraag je misschien waarom kocht je dan een ander maar een mens wil altijd sneller en een elektrisch apparaat moest wel een uitkomst zijn. Het ging ook heel snel maar er kwamen ook vaak blanco vellen tussendoor en dat was niet de bedoeling. Het was dus opletten geblazen. Mijn handen zaten steevast vol inkt. Je moest de stencilkop met gaatjes op de corresponderende knopjes vastmaken en met een vloeiende beweging om de rol spannen. Als het dunne velletje kreukelde ging het al mis. Er mocht geen kreukel in komen want dan kreeg je een grijze streep op het papier. Aan beide kanten moest evenveel ruimte naast het stencil zijn anders trok het scheef en werd het helemaal niets met het kerkblad. Het was heel secuur werk en je moest ook nog inkt aanvoeren. Drukte je te vaak op de inktknop dan kreeg je te zwarte letters en dat gaf vlekken. Drukte je te weinig dan was het niet te lezen.
Met dat handapparaat kon je dat aardig inschatten maar met het elektrisch apparaat moest je op je tellen verdacht zijn anders werden de letters te licht.
En dan het verwisselen van de stencils. Voorzichtig trok je het van de beïnkte rol af, te beginnen bij de stencilkop en al rollend moest het schutblad er weer tegen aan want als er teveel misdrukken tussen zaten moest het gebruikte stencil opnieuw om de rol heen.
De prullenbak zag er ook niet uit. Het carbonpapier dat in de stencils zat moest er uit voordat het stencil om de knopjes kwam en als het eenmaal goed om de rol zat moest het schutblad eraf gescheurd worden bij de kartelrandjes. Ooit had ik ons dochtertje bij me en ze werd steeds stiller. Ik zag haar met de handjes in de prullenbak graaien. Ze zat onder de inkt.
Nee, dat typen was het punt niet maar dat stencilen. Omdat het zo goed ging met het kerkblad vroeg men of ik ook wel de liturgieën wilde maken. Dat heb ik ook nog jaren gedaan. Op een gegeven moment kwam iemand met het idee dat er op de lagere school een kopieerapparaat was en men had goede resultaten gezien van een schoolkrant. Zo kwam er een einde aan mijn taak en daar was ik niet rouwig om.
Toch deed het me wel iets toen het oude handapparaat de deur uit ging. Het had me nooit in de steek gelaten. En of dat nu kwam van die stikker met de bijzondere tekst, ik weet het niet maar het bleef me bezighouden hoe het kon dat dit apparaat het altijd deed. Ik hoop dat de mensen die het meegenomen hebben er nog veel plezier van gehad hebben. Toen ze het in de auto tilden lichtten de grote oranje letters op de stikker nog één keer op: “BIDDEN VOOR GEBRUIK!”
Coby Poelman - Duisterwinkel