Het is 12 januari. Op de ontbijttafel staat nog steeds het mandje met kerst- en nieuwjaarswensen. Tijd om ze op te ruimen. Maar nog één keer laat ik ze door mijn handen gaan. Geen kaart gelijk deze keer. Zoveel mensen, zoveel smaken. En over smaak gesproken: hoeveel zegt de kaart over de afzender(s)?
Nee hoor, ik ga hier niet een al te serieuze beschouwing aan wijden. Ik vertel alleen even wat me opvalt. En dát kan wel puur toeval zijn. Of misschien leg ik er zelf veel meer in dan de afzender ooit bedoeld heeft of nimmer bij heeft stilgestaan.
Maar ik verbeeld mij dat er achter de kerstkaarten van Unicef en Natuurmonumenten warme harten kloppen. Net als achter de vele winterse taferelen met roodborstjes. Voor mij ligt ook een kaart met een kerststal. Op de dakrand - boven de herder met os, ezel, schaap en big - zitten twee witte duiven. Daardoor schiet mij ineens een graftekst te binnen die ik ooit las: Er vliegen twee witte duiven langs mijn venster. Heel inspirerend.
Heel bemoedigend zijn ook de persoonlijke nieuwjaarswensen van medelezers, zoals: Lichtpuntjes, soms zijn ze groot, soms zijn ze klein, je hoeft ze niet te zoeken, je kunt ze ook zijn! Verder kreeg ik reacties op mijn eigen nieuwjaarswens, zoals: Dat had ik nou net even nodig. Je gedichtje hangt bij mij op het prikbord.
Dat geeft mij ook weer moed om door te gaan en met vertrouwen de toekomst tegemoet te zien. Daarbij realiseer ik me dat er medereizigers in mijn schrijftrein zijn die gegeven hun gezondheid of in de privésfeer, onzekere tijden tegemoet gaan. Ik wens hen dan ook bijzonder veel sterkte toe.
Laten we over en weer lichtpuntjes voor elkaar zijn…
Piety Veenema, www.pietyveenema.nl