Brabants recept
Korstgebak met tuttifrutti. Dat krijtbord was het eerste wat mij opviel toen manlief en ik een plekje zochten op het overkapte terras van café De Zwaan aan het Vrijthof, de mooie dorpskern van Hilvarenbeek. Het was er al druk op deze vroege herfstige zondagmorgen, die nogal nevelig begonnen was. Groepen wielrenners hadden de lage tafels bezet, zodat wij aanschoven op de houten banken bij de hoge tafels. En natuurlijk bestelden we bij de koffie het “toetiefroetie”- gebak (uitspraak serveerster).
‘Tjongejonge, allemachtig.’ Dat was onze reactie EN van drie Brabantse wielrenners tegenover ons toen de ober geen gebakbordje, maar een ontbijtbord voor ons neerzette. Korstdeeg van zo’n 10 bij 18 centimeter, met een dikke laag vanillepudding, daarop een flinke schep tuttifrutti in gelei, daaroverheen slagroom en vervolgens de andere met poedersuiker bestoven korstplak. Zó hadden we ”toetiefroetie”nog nooit gegeten.
‘Is dit misschien een Brabants recept?’ vroeg ik de ober terwijl hij een tweede kop koffie neerzette. ‘De Zwaans recept,’ antwoordde hij met een brede grijns. ‘U was gewaarschuwd, het is een forse hap.’ Dat beaamden we volmondig, maar het was in één woord verrukkelijk. En het vulde zó dat we daar urenlang op konden fietsen en onze lunch maar uit bleven stellen.
Waar de ober ons niet voor gewaarschuwd had, was het effect dat tuttifrutti naderhand kan hebben. Later die middag belandden we in de uitgestrekte bosgebieden op een bank bij een waterplas. Op die bank stond onder andere: De natuur wordt alleen overwonnen door haar te gehoorzamen. En hoewel dit ergens anders op sloeg, vond ik het deze middag wel zeer toepasselijk.
Tijdens onze fietstocht al was me het poëziealbumversje van medelezer Wim te binnen geschoten: Toen jij nog een heel klein meisje was en je moeder je moest wiegen, tilde jij je beentje op en liet er eentje vliegen.
Wel, ik hoefde er niet eens mijn been voor op te tillen. Mijn darmen begonnen zich steeds meer te gedragen als ongeduldige schoolkinderen, draaiend op hun stoel, verlangend naar de verlossende schoolbel.
Later in deze herfstvakantieweek verpoosden we op het terras van “In den Bockenreijder” in datzelfde bosgebied. Brabantse gezelligheid, vooral de menukaart: Minse, komtur bè zitte, ge zed welkom!
Om er lyrisch van te worden. Evenzo van de toiletten in een aparte boerenschuur: De plee. Daar stond op een balk in fraaie letters geschreven: De roepert en de poepert moete open blèève.
Piety Veenema
www.pietyveenema.nl
Meer lezen over de menukaart? Ga dan naar http://www.indenbockenreijder.nl/