Kies bij het bedenken van nieuwe straatnamen voor onze historische dorps- en streekgenoten. En denk daarbij vaker aan een vrouw.
Riek Sennema liep op 12 april 1945, deze zondag 75 jaar geleden, weg uit kamp Westerbork. Het kamp was bevrijd, maar zij was niet vrij: de bewakers namen bij hun vlucht een grote groep vrouwelijke gevangenen mee. Ze liepen langs Assen, door de Stad waar op dat moment gevochten werd, en over de Friesestraatweg, een onbekend lot tegemoet.
Riek was mijn oudtante. Het was een ‘aparte’, zeiden we in onze familie. Ze was nooit getrouwd geweest en had in het verzet gezeten. Veel ruchtbaarheid werd daar niet aan gegeven. Pas een jaar of twee geleden kreeg ik de behoefte haar beter te snappen. Ik las het boek dat historicus Harm Veldman schreef over mijn geboortedorp Zuidhorn in oorlogstijd. Tante Riek was koerierster geweest, had opgesloten gezeten in het Scholtenhuis en de huidige Mesdagkliniek. Toen de meeste Joden uit Westerbork waren gedeporteerd, werd ze naar het kamp gebracht.
Gemiste kans
Het verhaal van tante Riek is uniek, en toch ook weer niet. Juist in deze tijd van herdenken zijn er veel nazaten die zich verdiepen in familieleden die actief waren in de Tweede Wereldoorlog. In Rotterdam, waar ik lid ben van de gemeentelijke Adviescommissie voor Straatnamen en Gedenktekens, blijven we verzoeken krijgen van kleinkinderen en achterneven die een familielid willen herdenken door te laten vernoemen. Dat is mooi, want op deze manier blijft de herinnering aan de oorlog levend.
Het probleem is dat het merendeel van die aanvragen gaat om mannen, terwijl het straatnamenbestand al grotendeels uit mannen bestaat. Ook in de stad Groningen is dat zo, bleek uit onderzoek van de RUG in 2018. Slechts 1 op de 10 straatnamen die vernoemd zijn naar een mens, is er vernoemd naar een vrouw. De rest zijn schilders, zeehelden en andere mannen die weliswaar dominant zijn in onze geschiedschrijving, maar niet een eerlijk beeld geven van de geschiedenis. Dat is een gemiste kans. Vroeger bestaat niet alleen uit zeehelden en staatsmannen, maar ook uit huisvrouwen die onderdak boden aan vervolgden en vrijgezelle tantes die rondreden met berichten voor het verzet.
De laatste jaren wordt de roep om meer diversiteit steeds sterker, ook in straatnamen en gedenktekens. In Rotterdam bijvoorbeeld proberen we anders naar de geschiedenis te kijken. Want ze zijn er écht wel, die vrouwen en historische figuren met een migratieachtergrond die het verdienen vernoemd te worden.
Fantasieloze namen
De gemeente Westerkwartier heeft niet zo’n commissie van ambtenaren en burgerleden die de tijd neemt om te zoeken. Bij de samenvoeging van de gemeente in 2019 werd een nieuw Besluit voor Straatnamen gepresenteerd. Vernoem liever niet naar mensen, staat er in, want dan moet er onderzoek gedaan worden naar hun achtergrond. Zulk beleid leidt tot fantasieloze namen die je in heel Nederland tegenkomt: de Fazantenlaan, Lisdodde of de Schoener. In Zuidhorn bijvoorbeeld herinneren slechts vier straten aan de oorlog. Ze zijn vernoemd naar verzetsman Thomas van de Dijk, politieman Geert Walda en de omgekomen Joodse families Israëls en Van der Hal.
Met de tocht van de vrouwen waarin tante Riek meeliep liep het trouwens goed af. In Visvliet hoorden de vrouwen dat ze werden vrijgelaten. Ze liepen terug naar Grijpskerk, waar ze werden opgevangen door de dorpelingen.
Samen met Harm Veldman ondernam mijn familie actie om tante Riek, die in 2003 op 95-jarige leeftijd overleed, te vernoemen in haar oude woonplaats. De nieuwe brug tussen Noord- en Zuidhorn leek hen een goede plek, op de route van de vrouwenmars. De gemeente – destijds nog Zuidhorn – verwees ze naar Rijkswaterstaat, die ze terugstuurde naar de gemeente: vernoeming is immers een taak voor het college van B&W. Het maakt pijnlijk duidelijk hoe weinig de gemeente eraan gelegen is zijn geschiedenis te laten kennen.
Rolmodellen
Daarom is dit niet alleen een bescheiden pleidooi voor een Riek Sennemabrug, maar vooral voor een weldoordacht straatnamenbeleid dat aandacht heeft voor onze historische dorps- en streekgenoten. Niet alleen voor tante Riek, maar voor alle vrouwen die 75 jaar geleden die angstige tocht maakten; voor alle noorderlingen die een verschil hebben gemaakt in de regio; voor de meisjes die nu opgroeien en zoeken naar voorbeelden en rolmodellen.
Straatnamen zijn een goede manier om het oude, eenzijdige beeld te corrigeren. Laten we de noordelijke heldinnen, straatnaambord voor straatnaambord, terug de geschiedenis inschrijven.
bron DvhN