De Partij voor de Dieren in de Provinciale Staten vindt dat de gemeente Westerkwartier onterecht een vergunning verleende voor het laten afbranden van een boerderij in Den Horn ten bate van opnames voor de film 'Grutte Pier'.
De boerderij werd op 1 mei in brand gestoken voor opnames van een historische serie over de Friese held Grutte Pier. Het pand stond leeg sinds 1966 en werd onlangs door de eigenaar aangeboden voor de filmopnames.
Natuurbescherming en Milieubeheer
De vergunning die de gemeente op 29 april voor de brand verleende, moet voldoen aan zowel de Wet Natuurbescherming als de Wet Milieubeheer. Dat is niet het geval, zegt Statenlid Ankie Voerman namens de Partij voor de Dieren.
Er zou niet genoeg rekening zijn gehouden met de diverse diersoorten die het pand en de omgeving als leefgebied gebruikten. Bovendien zou er veel fijnstof, CO2 en mogelijk ook schadelijke stoffen vrijkomen bij een dergelijke brand.
Niet ten koste van dier en milieu
Voerman heeft zich daarnaast verbaasd over de periode tussen het verlenen van de vergunning en de brand. Op de beschikking rust een bezwaartermijn van zes weken, maar de boerderij werd twee dagen na het verlenen van de ontheffing in brand gestoken. Daardoor is de bezwaarprocedure volgens haar ‘een wassen neus’.
„Waarom heeft het College van Gedeputeerde Staten geen stokje gestoken voor de ontheffing die de gemeente Westerkwartier heeft verleend?”, vraagt Voerman zich af. Ze heeft inmiddels vragen ingediend bij de provincie. „Wij zijn natuurlijk niet tegen het maken van een film, maar opnamen mogen niet ten koste gaan van dieren en milieu.”
Niet ten koste van dier en milieu
Gedeputeerde Henk Staghouwer (ChristenUnie) laat desgevraagd weten ervan uit te gaan dat de gemeente zich aan de wetten heeft gehouden. „Daar moeten vergunningen aan voldoen. Als blijkt dat er dingen niet in de haak zijn, gaan we daarnaar handelen.”
De gemeente zelf laat weten dat dit inderdaad het geval is. „Wij zijn van oordeel dat de ontheffing zorgvuldig tot stand is gekomen en terecht is verleend. De gemeente hoeft de bezwaartermijn niet af te wachten.”
Zorgvuldig handelen van de gemeente
„Met betrekking tot de Wet Natuurbescherming”, vervolgt de gemeente, „heeft de initiatiefnemer een deskundig ecoloog ingeschakeld die een uitvoerige Quickscan heeft uitgevoerd en die vlak voor de brand nog een paar keer een schouw heeft uitgevoerd - een week van tevoren en ook op de laatste dag. Bij deze laatste schouwen heeft de ecoloog ons mondeling te kennen gegeven dat er - nog steeds - groen licht is.”
Ook met de uitstoot heeft de gemeente zorgvuldig gehandeld, laat zij weten. „Bij het verlenen van de ontheffing is in overweging genomen dat er een iets hogere emissie zal plaatsvinden dan bij verbranding van schoon (snoei)hout, maar is geconcludeerd dat het belang van de bescherming van het milieu zich niet verzet tegen het verlenen van de ontheffing.”
bron: DvhN