Door de krapte op de woningmarkt en de daardoor stijgende huizenprijzen wordt het voor doorstromers en vooral voor starters steeds lastiger om een woning te kopen. Uit vandaag gepubliceerde regionale marktcijfers van NVM blijkt dat ook het aantal transacties in de provincie Groningen het afgelopen halfjaar gedaald zijn. Het Financieel Dagblad sprak deze week al over het zogenoemde waterbedeffect: doordat de huisprijzen in de steden steeds hoger worden, moeten doorstromers en vooral starters uitwijken naar omliggende plaatsen. Dat effect is goed merkbaar bij nieuwbouwprojecten zoals de Oostergast in Zuidhorn, waar de grondprijzen gemiddeld 20% lager liggen dan in de stad Groningen.
Ook overspannen woningmarkt in Groningen
Ook de stad Groningen kent een overspannen woningmarkt. De woningen gaan als warme broodjes over de toonbank en zijn binnen no-time verkocht. Ook in Groningen wordt regelmatig boven de vraagprijs geboden. De gemiddelde verkooptijd voor huizen in Groningen is nu 164 dagen. In Groningen stegen de woningprijzen van nieuwbouwwoningen met maar liefst 14% ten opzichte van vorig jaar. Deze stijging was mede het gevolg stijgende bouwkosten, de grote vraag naar nieuwbouwwoningen en het tekort aan personeel in de bouwsector.
20% goedkoper wonen in Zuidhorn
Starters en doorstromers maken hierdoor en door de aangescherpte hypotheekregels minder kans om hun droomhuis te kunnen kopen. Nieuwbouw vlak buiten de stad is dan regelmatig de oplossing. In de nieuwbouwwijk in Zuidhorn is het merendeel van de kopers afkomstig uit de stad. Veel gehoorde argumenten om naar het buitengebied te verhuizen zijn meer ruimte, veiligheid en de lagere prijs. De prijzen voor bouwgrond in het buitengebied zijn tot 20% goedkoper dan in de stad. Voor hetzelfde budget heb je dus 20% meer grond of een groter huis met een luxere badkamer en keuken!
“Het wonen in de Oostergast betekent veel meer ruimte en comfort voor je geld met ook nog de voordelen van de stad dichtbij. En dus is Bijzonder Wonen Bereikbaar, ook voor starters”, aldus projectleider Gerrit Elsenga.