Na de dood van haar moeder, een jaar geleden in oktober 2018, heeft Aafke Steenhuis veel Groningse gedichten geschreven, onder de titel Mien moeke. Die gedichten dienden zich maandenlang als een onderaardse, dwingende stroom aan, met veel oude Groningse woorden en zinnen die naar de oppervlakte kwamen. Aafke sliep met pen en papier en ook op de fiets had ze die bij zich.
De verhalende gedichten gaan over het leven van haar moeder in Delfzijl en Zuidhorn, en over Aafke’s eigen jeugd in Zuidhorn. Het boek is geïllustreerd met paginagrote tekeningen van Aafke. Aafke Steenhuis is geboren in Delfzijl, opgegroeid in Zuidhorn, ze studeerde Nederlands en Spaans in de stad Groningen, woonde met haar man Jan Joost Teunissen in Noorddijk. Nu woont en werkt zij al jaren in Amsterdam, aanvankelijk als journaliste bij De Groene Amsterdammer, later als schrijfster en als schilder.
Verschillende van haar boeken gaan over de provincie waar zij geboren en opgegroeid is, zoals Stemmen van Groninger dijken, Verhalen van het Groninger Ommeland, Het lied van de Eems, De Eems – een stroom van beelden, Windjammers in Delfzijl. En nu Mien moeke.