Bauke Mollema denkt ondanks zijn teleurstellende optreden bij Tirreno-Adriatico een rol van betekenis te kunnen spelen bij Milaan-San Remo. "Ik ben niet iemand die heel lang stil blijft staan bij het verleden", vertelt de renner van Belkin na zijn 22e plaats in het eindklassement aan Novum Nieuws. "Ik heb alle hoop dat het komende week beter gaat."
Mollema was net als ploeggenoot Robert Gesink met hoge verwachtingen naar Italië gereisd. Het werd voor beide coureurs een teleurstelling. Gesink stapte zaterdag af omdat hij plasproblemen had. Mollema kwam er in de bergetappes niet aan te pas.
"Het is niet de Tirreno geworden waar ik op gehoopt had", erkende Mollema na de laatste tijdrit in San Benedetto del Tronto. "Mijn vormpeil is vergelijkbaar met vorig jaar. Het was niet slecht, maar ik kon niet met de besten mee. Daar is niets aan te doen."
In de laatste tijdrit werd Mollema 131e. "Het was niet echt mijn tijdrit. Als je in de top tien staat, kun je je nog opladen voor een vlakke tijdrit en is een plaats bij de beste twintig mogelijk, maar nu is dat gewoon lastig."
Mollema denkt dat er in de eerste grote klassieker van het seizoen andere dingen van hem worden gevraagd dan in de Tirreno. "Ik heb het idee dat de kortere klimmen mij op dit moment beter liggen", zo kijkt hij vooruit op de finale van Milaan-San Remo.
De Zuidhorner zou in eerste instantie samen met zijn ploeg in Italië blijven, maar moet wegens privéomstandigheden terug naar Nederland. Zaterdagochtend vliegt hij weer terug naar Italië.
Door Novum