Groningse gemeenten kampen met grote financiële tekorten op het gebied van jeugdzorg. Het tekort bedroeg na de zomer 14 miljoen euro en is inmiddels opgelopen, zo meldt Dagblad van het Noorden.
In de regio komen steeds meer kinderen in de jeugdzorg terecht. Volgens gemeenten neemt de sociale problematiek van kinderen toe door onder meer vechtscheidingen en psychische stoornissen. Een aantal gemeenten kan de tekorten in de jeugdzorg dekken met geld uit andere potjes, maar dit is niet overal mogelijk.
In september stapten tien Groningse gemeenten uit de financiële solidariteitsregeling, waarbij was afgesproken dat ze tekorten samen zouden opvangen. Het gaat de gemeenten Leek, Zuidhorn, Marum, Grootegast, De Marne, Eemsmond en Bedum. Eerder stapten de gemeente Groningen, Vlagtwedde en Bellingwedde eruit, aldus DvhN.
Tekort
Eind vorig jaar waarschuwde Jantine Kriens, directeur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), voor de gemeentelijke tekorten op het gebied van jeugdzorg. Ze wees erop dat de vraag naar jeugdzorg de laatste jaren alleen maar is toegenomen, ondanks de vergrijzing. Het tekort van Nederlandse gemeenten bedraagt naar schatting 300 miljoen euro.
Bij de overheveling van jeugdzorg naar gemeenten per 1 januari 2015 was de verwachting dat de kinderen beter en efficiënter geholpen konden worden. In een onderzoek van de NOS en Binnenlands Bestuur gaven gemeenten aan meer tijd nodig te hebben voor een 'innovatiever' en passender zorgaanbod. Uit het onderzoek bleek dat ruim driekwart van de gemeenten inmiddels een wachtlijst voor jeugdzorg heeft.
Wethouder Bert Nederveen van Zuidhorn kan nog niets zeggen over eventuele consequenties voor de gemeente.