Bijzondere verrassing uit de ijstijd ontdekt
Vuurstenen, houtskool, of zelfs een veenlijk: alles kan er verstopt zitten in een pingo. Gisteren werd er één ontdekt in de bodem van Hoogeveen. Een bijzondere vondst, volgens archeologen.
Een pingo (wat in de taal van de Eskimo’s ’een kleine heuvel’ betekent) is een veenachtige put in het landschap met een aarden wal er omheen. De gisteren aangetroffen pingo onder een sportpark in Hoogeveen heeft een doorsnee van 120 meter. Vanwege bouwplannen werd archeologisch onderzoek uitgevoerd.
"Ik heb in negen jaar archeologisch onderzoek nog nooit zoiets meegemaakt”, zegt Caroline Tulp van onderzoeksbureau De Steekproef uit Zuidhorn. "In Drenthe zijn er honderden, maar die zijn allemaal zichtbaar aan de oppervlakte. Deze zit op vier meter diepte. Dat zie je bijna nooit.”
Pingo’s ontstonden aan de rand van het landijs en vormden metershoge ijsheuvels. De ijskern groeide en drukte de grond omhoog en opzij. Resultaat: een diep, met veen gevuld gat. :
In Nederland ontstonden pingo’s ruim 10.000 jaar geleden langs de randen van het smeltende pakijs. Hier kon het water omhoog kwellen en vormden zich meertjes met verhogingen aan weerszijden. In de aarde bij pingo’s liggen vaak resten van prehistorische bewoners.
Tijdens de bouw van een bedrijventerrein in Hoogeveen werd in 2001 ook een pingo aangetroffen. Vanwege die vondst kon toen zes hectare bouwgrond niet gebruikt worden, een schadepost van acht miljoen euro. De gisteren aangetroffen pingo ligt onder een park waar volgens de gemeente geen bouwplannen zijn.
Hoogeveen is verguld met de met veen gevulde pingo. "Een prachtig visitekaartje voor de stad. Dat laten we niet verloren gaan”, zegt Johanna de Vries van de gemeente Hoogeveen. Die wil borden plaatsen om de inwoners te wijzen op de geschiedenis van het gebied. Of de vondst ook uitgegraven wordt, is nog onzeker.
Onderzoeker Inger Woltinge van het Groninger Instituut voor Archeologie, hoopt van wel. "Vanwege het veen bestaat er een kans dat je organische resten aantreft, zoals hout, botresten of textiel. Dat gebeurt bijna nooit in zandgronden. Dat is een zure omgeving, waardoor organische resten snel vergaan.” De kans dat bij opgravingen een veenlijk boven komt, acht ze verwaarloosbaar. "Die wil ik dan persoonlijk wel opgraven”, blikt ze alvast vooruit.
Ook zonder veenlijk kan het volgens Cuno Koopstra van archeologisch bedrijf ARC een bijzondere vondst zijn. "Vaak wordt in het veen een palet van zaden aangetroffen. Door te kijken in welke laag zich granen bevinden, kun je afleiden wanneer de eerste mensen zich vestigden in het gebied.”
07-06-2009 Trouw