ZUIDHORN - Harry Veldman schreef een vuistdikke biografie over leven en theologie van Hendrik de Cock, 'gereformeerd leraar' in het Groningse Ulrum en drijvende kracht achter de Afscheiding. Die leidde tot een breuk in de toenmalige Nederlandse Hervormde Kerk, dit najaar 175 jaar geleden.
Tijdens zijn jeugd in Bedum is Harry Veldman wel eens uitgescholden voor 'Cocksiaan'. Hij wil er maar mee zeggen dat hij is opgegroeid met aandacht voor Hendrik de Cock (1801-1842). Zo leefde in zijn familie een sterke herinnering aan deze 'vader der Afscheiding': zijn overgrootvader is gedoopt door De Cock. En dat schelden door rooms-katholieken en 'openbaren' op gereformeerde kinderen hoorde er ook bij; waarschijnlijk wisten ze niets van de betekenis van het woord.
,,Het woord Cocksiaan blijkt uit kringen van de welgestelden in de stad Groningen te komen. Ik weet niet eens of het direct als scheldwoord was bedoeld. Eerder als aanduiding voor het gepeupel rondom De Cock'', zegt Veldman. De gepensioneerde geschiedenisleraar promoveert morgen (onder zijn doopnaam Harm) aan de vrijgemaakt-gereformeerde Theologische Universiteit in Kampen op een proefschrift over Hendrik de Cock.
Deugd
Hendrik de Cock werd in 1801 geboren in het Groningse Veendam. Hij studeerde theologie in Groningen en stond onder zijn medestudenten bekend als 'trouw en rondborstig'. Na de kerken van Eppenhuizen en Noordlaren gediend te hebben trad hij in 1829 aan in Ulrum. Tot aan 1830, zo stelt Veldman, onderscheidde De Cock zich in niets van zijn collega-predikanten in de Nederlandse Hervormde Kerk. Hij preekte christelijk-verlicht met nadruk op betrachting van de deugd. En in zijn boekenkast stonden relatief veel remonstrantse werken.
De verandering begint in 1831, wanneer een collega met wie hij een meningsverschil heeft, hem de Institutie van Calvijn in handen geeft. De Cock leent het boek, het doet zijn theologie en mensbeeld kantelen: niet je eigen fatsoenlijke leven, alleen Gods genade kan mensen behouden.
De verandering blijft niet zonder gevolgen. Kerkenraad en gemeente van Ulrum steunen de predikant in zijn nieuwe boodschap, maar deze oefent ook grote aantrekkingskracht uit op kerkgangers van heinde en ver. Op zondag stonden niet zelden meer dan zeventig rijtuigen bij de kerk, zelfs vanuit Friesland, Drenthe en Overijssel.
Tegelijk ontstaat er een felle polemiek tussen de als een bekeerling opererende De Cock en 'verlichte' predikanten uit de regio. Dat wordt op scherp gezet wanneer de predikant buiten Ulrum ook godsdienstonderwijs geeft en naderhand kinderen doopt uit andere gemeenten. Najaar 1833 begint het eerste van een reeks kerkelijke processen, die leiden tot de schorsing en afzetting van De Cock. Centraal in het proces staan niet zijn nieuwe radicale inzichten, maar 'randzaken': zo blijkt een woord vooraf van De Cock in een brochure waarin hervormde gezangen worden afgewezen een heet hangijzer. Volgens Veldman werd het proces beïnvloed door kerkelijke en politieke bestuurders in Den Haag, die De Cock zagen als ,,een zonderlinge en dweepzieke voorganger''.
07-09-2009 nd