Naar aanleiding van berichtgeving in de het DvhN van 7 mei 2009 met als kop ‘Zandwinner uit Opende laat oog vallen op Fries zand’ en de Leeuwarder Courant van 4 mei 2009 met als kop ‘Grootegast vreest vies water door Fries zand’. stelt de Statenfractie van ChristenUnie Groningen vragen aan het college van Gedeputeerde Staten van Groningen.
Uit eerstgenoemd bericht citeren zij de volgende zinnen: “Mocht uit onderzoek blijken dat de waterkwaliteit van de plas ervan te lijden zou kunnen hebben, dan overwegen B&W (van Grootegast) bezwaar aan te tekenen bij de provincie” en ‘Volgens Poelman (zandwinner) is de deal geregeld met goedvinden van de provincie”.
Formuleren onderstaande vragen:
Is het college op de hoogte van deze problematiek?
Is bij de provincie een verzoek binnengekomen om vergunning voor het storten van zand in de zandwinput aan De Scheiding te Opende?
Zo ja, is dit verzoek door de provincie gehonoreerd?
Wordt bij het afgeven van een dergelijke vergunning rekening gehouden met de kwaliteit van zwemwater volgens de in 2006 van kracht geworden Europese Zwemwaterrichtlijn?
Is bij u bekend of het betreffende waterschap het zwemwaterprofiel van recreatieplas Strandheem al volgens deze richtlijn heeft opgesteld?
Zo ja, hoe ziet het onderzoeksresultaat eruit en wordt de beoogde zandgrondtransactie in een dergelijk onderzoek als mogelijke verontreinigingsbron aangemerkt?
Hoe heeft de provincie als toezichthouder geborgd, c.q. hoe gaat de provincie als toezichthouder borgen dat de kwaliteit van zwemwater(plassen) in dit soort situaties geen nadeel ondervindt?