Burgemeester Ard van der Tuuk reikte afgelopen vrijdagavond in Balk koninklijke onderscheidingen uit aan drie vrijwillige brandweermannen die meer dan 20 jaar bij de brandweer zitten.
In een persoonlijk woord aan de “bouwstenen van de samenleving” zoals Ard van der Tuuk zelf zei richtte hij zich niet alleen tot de decorandi maar ook tot de naasten.
Want als de pieper gaat moet je weg en dan is het van groot belang dat de partners er achter staan. En dat geldt ook voor de aanwezige werkgevers. Op dat moment laat je als vrijwillige brandweerman alles vallen en spoed je je naar de post.
Dat dat soms voor ongemakkelijke situaties zorgt lijkt onoverkomelijk; zo heeft Tamara, partner van fervent paardrijder Klaas Jan al eens met de teugels van twee paarden in de hand gestaan omdat hij hals over kop moest vertrekken.
Klaas Jan Pijpker, (sinds 1 september 1994, overal verstand van atleet van tweemeter in topvorm), Jaap Priet (sinds 15 februari 1992, betrouwbaar en in voor een geintje) en Johan Smid (sinds 15 oktober 1992 en het geweten van de ploeg) hebben in al die jaren veel tijd gestoken in de brandweer. Veel oefenen, cursussen volgen en uiteraard de uitrukken zelf.
Ard van der Tuuk : “ Deze maatschappelijke betrokkenheid strekt de mannen tot eer en maakt dat zij vandaag mogen stralen en de onderscheiding met trots mogen dragen.” De burgemeester drukte hen verder op het hart ook het bijbehorende draagteken elke dag op te spelden. Het mag tenslotte gezien worden!
Ook Jan Berry Drenth krijgt een onderscheiding, hij kon echter niet aanwezig zijn tijdens de feestelijk avond. Zijn vrouw Eefje nam de honneurs waar
Nieuwe regels
Brandweervrijwilligers die meer dan 20 jaar bij de brandweer zitten, hebben recht op een onderscheiding wanneer zij uit dienst gaan. De Kanselarij der Nederlandse Orden heeft besloten dat deze regeling per 1 januari 2020 stopt. Daarom werd een eenmalige kans gecreëerd om brandweervrijwilligers die al 20 jaar in dienst zijn, nu alvast te eren met een onderscheiding, zonder dat ze uit dienst gaan.
Wie bepaalt of je een lintje krijgt?
De aanvraag moet worden ingediend bij de burgemeester. Die stuurt de aanvraag door naar de commissaris van de Koning, die naar het Kapittel voor de Civiele Orden gaat. Dat legt de aanvraag voor bij de betrokken minister, die uiteindelijk de goedkeuring verleent. Het staatshoofd ondertekent elke toekenning bij Koninklijk Besluit.
Lintje dragen
Bij de uitreiking van een onderscheiding hoort het modelversiersel met – afhankelijk van de graad – een plaque (borstster), en een draagteken.
Onderscheidingen worden gedragen bij voorkomende gelegenheid zoals op Koningsdag en daarbij passende kleding. Als mensen meerdere lintjes hebben, moeten ze die in een bepaalde draagvolgorde opspelden, met de hoogste onderscheiding het dichtst bij het hart.
Als iemand overlijdt en een lintje in bezit had, moet deze weer worden teruggestuurd naar de Kanselarij der Nederlandse Orden. Maar als nabestaanden het lintje graag nog even bij zich houden, kan dat als ze daar een borg voor betalen.