Op zaterdag 24 juni 2023 werd gevierd dat het Centrum voor Beademingszorg, onderdeel van Zonnehuis Oostergast in Zuidhorn, 40 jaar bestaat.
Cliënten, bewoners, familie, medewerkers en vrijwilligers maakten er een feestelijke dag van. Tussen 15 en 17 uur was er een open huis voor medewerkers en genodigden. Er was een mini tentoonstelling en een demonstratie met beademing. Van 17 tot 20 uur was er een barbecue.
We blikken terug naar de start met Dick Monster, wonende in Zuidhorn. Hij ging in 2003 met pensioen, maar was de eerste arts die bij de start betrokken was.
Het is 1980. Arts Dick Monster bekijkt de krant. Zijn oog valt op een advertentie. Een advertentie voor een arts bij Het Zonnehuis in Zuidhorn die zich wil specialiseren in chronische beademing. Dick woont op het schiereiland Voorne-Putten in Zuid-Holland. Hij vindt de advertentie zo interessant, dat hij solliciteert. Na een gesprek met geneesheer-directeur Dr. Sluiter, komt Dick Monster in januari 1981 in dienst als verpleeghuisarts. Hij is dan 40 jaar.
Uniek in Nederland
Een opleiding van een half jaar bij het Academisch Ziekenhuis Groningen (nu UMCG) volgt. Drie maanden op intern en drie maanden op de beademing. Dan binnen het Zonnehuis, aan de Dorpskant, een plek inrichten voor de eerste patiënt die vanuit het UMCG naar Het Zonnehuis komt. Er was capaciteit voor 10 bedden voor langdurige beademing. “Dit was nog nergens in Nederland. Die techniek vond ik boeiend. Beademingspatiënten waren vaak gekluisterd aan een bed of stoel. Deze mensen een leefbaar leven geven, sprak mij aan.”
Men startte met een of twee patiënten. Dick Monster werkte intensief samen met de longarts van het AZG, Aafke Meines. Deze kwam één keer per week langs en dan werd de status van een patiënt besproken en de mogelijkheden.
Veranderingen
Er is veel veranderd in 40 jaar beademingszorg. En dan met name in de techniek. Er werd voorzichtig begonnen met een mondkapje. Dat was een vorm van non-invasieve beademing (men hoeft niet door de luchtpijp). Om te kijken hoe het dan ging. Toen de curas. Eigenlijk was dat de opvolging van de ijzeren long. Dit was de eerste manier van beademen, vlak na de Tweede Wereldoorlog. Men lag helemaal in een ijzeren koker en kon geen kant op. Later kwam de invasieve beademing. Het beademen via een buisje in de luchtpijp, een tracheacanule. Dat buisje was toen van metaal. Tegenwoordig is het van PVC. Er kwamen beademingsmachines, en werden steeds geavanceerder. Mensen konden met een beademingsapparaat achter op een rolstoel door het gebouw heen en waren niet meer gebonden aan bed. Mensen werden steeds mobieler.
Zelfredzaamheid
De grootste ontwikkeling volgens Dick Monster is toch wel dat de mensen steeds fijner hun eigen leven konden leven. Er waren telkens genoeg uitdagingen om mensen stap voor stap verder vooruit te helpen naar meer zelfredzaamheid. Maar de kwaliteit van leven werd steeds beter. “Dat was ook het streven. Mensen zo comfortabel mogelijk maken. Kijken wat wel kan en wat niet. Voorkomen dat ze hun grenzen overgaan. Leren goed en rustig om te gaan met hun lichamelijke beperkingen. Het valt niet te onderschatten wat de impact is als je 24 uur beademend moet worden.”
Wie herinnert u zich nog?
Ik herinner mij een echtpaar. Ze hadden elkaar ontmoet op de beademing. En het verhaal wat altijd is bijgebleven is dat van een baby. Het bleek dat ze een slaapapneu-syndroom had. Het ziekenhuis zocht contact met ons met de vraag of wij de behandeling aandurfden. Dat deden we. En om eerlijk te zijn heb ik daar wel slapeloze nachten van gehad. Maar het ging heel goed. Toen ze een jaar oud was, morrelde ze zelf aan de canule. En haalde de connector eraf. Dat waren angstige momenten. Gelukkig zat er alarmering op. En kon men het goed monitoren en direct ingrijpen. Ze is jaren bij ons gebleven. Rond haar vierde, was alles zo vertrouwd dat ze naar huis kon, met beademingsmachine.
Mooie tijd
Dick Monster kijkt terug op een mooie tijd, de eerste 20 jaren van beademingszorg bij Het Zonnehuis in Zuidhorn. Heel mooi dat de patiënten daar zelfstandig en mobiel kunnen blijven. En dat sommigen terug kunnen gaan in de maatschappij en hun eigen leven kunnen leiden. En dat is, ook nu nog, na 40 jaar Centrum voor Beademingszorg, hetzelfde gebleven. Men streeft ernaar dat mensen zoveel mogelijk zichzelf kunnen zijn, ondanks de beperkingen die ziekte en beademing met zich meebrengt.