aduard -
De schrik zit er nog altijd in, in Aduard. Daar lieten onverlaten vorig weekend een spoor van vernielingen na. Het ergst troffen zij de familie Moes. Ze spoten een brandblusapparaat leeg door de brievenbus. De damp die daar vanaf kwam, zette het brandalarm in werking, zodat de hele familie rechtop in bed zat. Als eerste de 12-jarige zoon des huizes, die snel zijn broertje en zusje wakker maakte en via het raam en het dak van de carpoort naar beneden klom om zijn ouders te alarmeren.
"Mensen hebben geen idee hoeveel impact zo'n geintje heeft", zegt Frank Moes. Hij en zijn gezin zijn wel weer tot rust gekomen, hoewel de zaak nog niet afgedaan is. "Al onze elektrische apparatuur is naar de knoppen en mijn auto is toegetakeld. Ze hebben het spul in mijn motor gespoten. Wij zijn intussen wel weer over de schrik heen, maar andere mensen in het dorp zijn bang. Zij denken: nu was het een brandblusser, maar wat is het volgende keer?"
Tegen het ochtendkrieken vorige week zondag trokken vandalen door de straten van Aduard. Ze zetten auto's op de rijbaan en vernielden straatmeubilair. In de straat van de familie Moes gingen ze tekeer met een brandblusser. Bij de huizen vooraan in de straat bleef de schade beperkt tot beschuimde brievenbussen. Moes: "Mijn bus is de eerste die niet aan de weg staat, dus waren wij de sigaar en hebben ze het spul naar binnen gespoten. Dat wij bewust doelwit waren, geloof ik niet."
De serie vernielingen in Aduard was afgelopen zaterdag onderwerp in Opsporing Noord. Tot nu toe zonder veel succes. Geen enkele tip kwam binnen. Dat verbaast Moes. "Het halve dorp weet wie hier achter zitten, of in ieder geval in welke richting de daders gezocht moeten worden. Deze bende heeft voor wel meer onrust gezorgd. Ik hoop dat de hele groep aansprakelijk gesteld wordt. Die jongens moeten nou eens hard aangepakt worden."
Zover is het nog lang niet. Politiewoordvoerder Sylvia Sanders: "Met geruchten kunnen we niets. Als er mensen zijn die echt denken te weten wie hier achter zitten, dan moeten ze dat bij ons melden. Pas dan kunnen we er wat mee.
bron DvhN